Aan de Petroleumkaai liggen drie pieren, aangelegd voor het aanmeren van schepen ter hoogte van Petroleum Zuid. De meest noordelijke pier is de oudste en de grootste en werd in 1902-1903 aangelegd. Als in 1934 ten zuiden daarvan een nieuw lot wordt geopend op Petroleum Zuid, wordt een nieuwe houten aanlegsteiger gebouwd. Nog verder zuidwaarts, ter hoogte van de bedrijfsgebouwen van BP (Lot D, Petroleumkaai 11), ligt een vlottende petroleumpier. Deze dateert van rond 1947.

Historiek

De vlottende pier ligt ter hoogte van Lot D, waar nu BP gevestigd is, een lot dat in 1934 werd geopend (zie Petroleumkaai 11). In 1934 werd het lot in concessie gegeven aan het bedrijf Redeventza. In de jaren 1940 en 1950 was de N.V. Transport en Handel Maatschappij er gevestigd. Dit bedrijf dient in 1947 een bouwaanvraag in om "ter vervanging van de door oorlogsfeiten vernielde pontonmeerinrichting, eene nieuwe te plaatsen met dezelfde ligging en bevestiging". Het ponton is enkel bedoeld voor tankers die bestemd zijn voor het bedrijf. Jan Jacobs, architect verbonden aan het bedrijf, tekende de plannen.

Beschrijving

De vlottende pier is een ponton van 102,60 m lang. Parallel met de oever liggen twee aan elkaar gemonteerde, geklinknagelde metalen pontons (voormalige duwbakken) met de namen "Castor" en "Pollux". Oorspronkelijk vertrokken vanop elk ponton pijpleidingen naar de oever over "uithouders" van 67 meter. Dit zijn ijzeren boogbruggen met loopplank, die de pontons eveneens op hun plaats moeten houden. De "uithouders" werden gerecupereerd van de oude, vernielde installatie; enkel de noordelijke uithouder is bewaard.