Nagenoeg volledig ondergrondse betonnen constructie in een weide ten zuidoosten van boerderij Kleine Poezelstraat nummer 8, tegenover huisnummer 9. De constructie is tegen een glooiing in de weide aangebouwd en bevindt zich op circa drie kilometer ten zuidoosten van de kerk van Boezinge, op circa 850 meter ten oosten van het Kanaal Ieper-IJzer en op circa 550 meter ten zuidoosten van Colne Valley Cemetery. De omgeving is landelijk en licht heuvelachtig.
Historische achtergrond
Deze ondergrondse Britse schuilplaats werd blootgelegd en geëxploreerd door de Diggers in de periode tussen 21 februari en 3 april 2004. Nadien werd de site terug in oorspronkelijke toestand hersteld. Tijdens de opgravingen werden aan de voorzijde van de constructie eveneens restanten van duckboards teruggevonden en enkele hulzen van geweerpatronen. De nabijgelegen boerderij werd op Britse militaire stafkaarten Lancashire Farm genoemd. Vlakbij werd in de voorbije jaren – eveneens door de Diggers – een deep dug-out blootgelegd. Manschappen van de 173ste, 177ste, 179ste en 183ste Tunnelling Companies hadden er in 1917 brigade- en bataljonshoofdkwartieren aangelegd. Het is niet duidelijk of deze ondergrondse constructie volledig afgewerkt raakte.
Kenmerken
Nagenoeg volledig ondergrondse betonnen constructie, waarbij enkel een klein deel van de voormuur (zuidwestkant) zichtbaar is. Deze voormuur heeft een hoogte van circa 160 centimeter, een breedte van circa 310 centimeter en een dikte tussen de 20 à 30 centimeter. Ze bevat een deuropening (115 centimeter hoog, 63 centimeter breed) en een vensteropening (40 centimeter hoog, 30 centimeter breed), die bovenaan telkens wat afgerond zijn. Het dak is gegoten op golfplaten, met brede golving (zogenaamde "olifantenplaten") die binnenin nog steeds aanwezig zijn. De voormuur en de zijmuren binnenin (vermoedelijk ook aan de buitenkant) zijn gegoten tegen een houten bekisting. Binnenin is de ruimte circa 230 centimeter breed en 460 centimeter hoog, waarbij de (hellende) vloer (bestaande uit harde aarde) tussen de 20 à 30 centimeter lager is dan de drempel van de toegang. De golfplaten (15 "golvingen") steunen op de zijmuren vanaf 1 meter hoogte. De maximale hoogte binnenin bedraagt 180 centimeter. Bij de deuropening steekt er in de vloer een vierkante put van circa 30 centimeter hoog, 50 centimeter lang en 50 centimeter breed, met betonnen randen. Centraal bovenaan in de achterste muur steekt een ronde opening.
