Betonnen militaire constructie ingebouwd in een schuur op de boerderij Helleketelweg nr. 15, op bijna 400 meter ten westen van Nine Elms British Cemetery, op ongeveer twee kilometer ten westen van het centrum van Poperinge. De omgeving is landelijk en licht heuvelachtig.
Mitrailleurpost, opgetrokken in een bestaand wagenhuis van een vooroorlogse schuur. De inscripties maken duidelijk dat de militaire post is opgetrokken door Amerikaanse genietroepen in 1918. De post vormt een onderdeel van de West Poperinghe Line, een geallieerde verdedigingslijn ten westen van Poperinge, die pas tijdens de laatste oorlogsmaanden is aangelegd.
In tegenstelling tot het Duitse leger, dat na de Tweede Slag bij Ieper massaal stellingen uitbouwt met talrijke betonnen militaire versterkingen, blijft de betonbouw bij de Britten eerder een lokaal initiatief. De Britse legerleiding is er namelijk van overtuigd dat het front niet lang stil zou staan en dat stevige betonnen verdedigingsconstructies niet nodig zijn. Bovendien bezetten de Britse troepen hoofdzakelijk lagergelegen posities ten aanzien van – en dus ook in het zicht van – de Duitsers, waardoor de bouw van betonnen militaire posten in de Ieperboog niet evident blijkt te zijn. De Britten opteren veeleer voor de uitbouw van deep dugouts, heuse ondergrondse systemen die wel gemakkelijk uit het zicht van de vijand gerealiseerd kunnen worden.
Na het rampzalig verlopen offensief in de zomer en herfst van 1917 (Derde Slag bij Ieper) beginnen de Britten eveneens met een veralgemeende aanleg van betonnen militaire posten. Na het Duitse Lente-Offensief (voorjaar 1918) worden in hoog tempo verdedigingslijnen uitgebouwd in het geallieerde hinterland, waaronder de East Poperinghe Line, de L'Abeele Line en de Watou Line die met steunpunten en bunkers worden versterkt. In de zomer van 1918 wordt ook de West Poperinghe Line uitgebouwd met de hulp van Amerikaanse engineers, die in de regio actief zijn om ervaring op te doen. Deze nieuwe stellingen vinden in noordelijke richting aansluiting op eveneens nieuw uitgebouwde Belgische stellingen.
De omgeving van de hoeve, waar de mitrailleurpost is opgericht, bevindt zich in het Britse hinterland. Hier bevindt zich dan ook heel wat infrastructuur ten behoeve van troepen die hier kantonneren, waaronder barakkenkampen en hospitalen. Net ten westen van de boerderij ligt Makay Camp.
Wellicht werd de mitrailleurpost nooit gebruikt. Na de oorlog is een nieuw wagenhuis opgetrokken tegen de zuidoostelijke buitenmuur van het oorspronkelijke wagenhuis, waardoor de schietgaten van buitenaf niet zichtbaar zijn. Er zijn pogingen ondernomen om de betonnen constructie af te breken, maar de dikte van de betonnen muren hebben een afbraak verhinderd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog is de constructie naar verluidt gebruikt als schuilplaats. In de jaren ’80 zou de gemeente Poperinge onderzoek hebben laten uitvoeren naar het gebruik van de constructie als schuilplaats bij een eventuele atoomoorlog.
Bovengrondse betonnen militaire constructie, bestaande uit twee bouwlagen. De militaire constructie is ingebouwd in het wagenhuis van een vooroorlogse schuur.
De betonnen constructie is grotendeels gegoten tegen bestaande bakstenen muren (aan zuidoostelijke zijde) of tegen een houten bekisting. Langs de buitenzijde en bovenzijde zijn ook afdrukken van golfplaten in het beton te zien. De muren binnenin zijn witgekalkt. Hier en daar zijn ronde wapeningsijzers te zien. Voor het plafond van het gelijkvloers en de eerste verdieping is ook kippengaas in het beton verwerkt.
De benedenverdieping bestaat uit twee grotere ruimtes (ca. H. 170cm x Br. 250 x D. 350cm) met ertussen een kleinere ruimte (ca. H. 170 x Br. 150 x D. 350cm), die aan noordwestelijke zijde met elkaar verbonden zijn via een gang. Deze gang is bereikbaar via twee smalle, hoge deuropeningen aan noordwestelijke zijde (kant vooroorlogse schuur).
De twee grotere ruimtes bevatten elk in de zuidoostelijke muur een schietopening voor mitrailleurs, die naar buiten toe verbreedt. Deze schietopeningen, elk met een verschillend bereik, zijn ingewerkt in de vooroorlogse bakstenen buitenmuur van het wagenhuis. De houten bekleding van deze schietopeningen is nog grotendeels aanwezig.
In het plafond boven de kleinere, middelste ruimte steekt een rechthoekig mangat waarlangs de eerste etage bereikt kan worden. Het plafond van deze eerste verdieping is deels afgebroken. Vermoedelijk is er op deze verdieping nog een opening (kijk- of schietopening) in de zuidoostelijke muur.
De militaire post bevat nog verschillende nissen en openingen in muren en plafonds, al dan niet (nog) bekleed met houten beplanking.
Aan de noordoostelijke buitenzijde zijn inscripties terug te vinden, waarvan volgende ontcijferd kan worden: “USA / 1918 / Engineers”.
Bron: Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen, Beschermingsdossier 4.001/33021/102.1, Hoevesite met Amerikaanse mitrailleurpost (WO I), Helleketelweg 15 (DECOODT H. & VANNESTE P., 2013)
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2013: Amerikaanse mitrailleurpost [online], https://id.erfgoed.net/teksten/370216 (geraadpleegd op ).
Locatie
Betonnen constructie ingebouwd in een schuur op de boerderij Helleketelweg nummer 15, op bijna 400 meter ten westen van 'Nine Elms British Cemetery', op circa 2 kilometer ten westen van het centrum van Poperinge. De omgeving is landelijk en licht heuvelachtig.
Historische Achtergrond
De inscripties 'USA 1918 Engineers' maken duidelijk dat de constructie in 1918 door Amerikaanse genietroepen opgetrokken werd. Het gaat om een mitrailleurspost, vermoedelijk gecombineerd met een observatiepost op de eerste verdieping. De constructie maakte deel van de 'West Poperinghe Line', die uitgebouwd werd tussen Werf en Westvleteren, nadat de Derde Slag om Ieper gestrand was in de modder. Op een Britse stafkaart van 4 juli 1918 staan ter hoogte van de boerderij barakken aangeduid. Volgens de bewoners zou de bunker tijdens de Eerste Wereldoorlog nooit gebruikt geweest zijn. In het nabijgelegen 'Nine Elms British Cemetery' lagen oorspronkelijk 95 Amerikaanse soldaten begraven, maar deze werden naderhand overgeplaatst naar de Amerikaanse begraafplaats te Waregem.
De mitrailleurspost werd gebouwd in bestaande hoevegebouwen. De aanpalende schuur, waar de schietgaten op uitkomen, is pas door de vorige eigenaars geplaatst. Vorige eigenaars hebben eveneens gepoogd om de betonnen constructie af te breken, maar ze hebben zich misrekend in de sterkte van de betonmuren. Enkel het plafond van de eerste etage is vernield.
In de Tweede Wereldoorlog werd de betonnen constructie gebruikt als schuilplaats. In de jaren 1980 werd volgens de huidige bewoners in opdracht van de gemeente Poperinge onderzoek gedaan naar het mogelijke gebruik van de bunker als schuilplaats bij een eventuele atoomoorlog.
Kenmerken
Bovengrondse betonnen constructie, bestaande uit twee verdiepingen, die ingebouwd werd in een schuur.
De betonnen muren zijn binnen en buiten grotendeels tegen een houten bekisting gegoten. Langs de buitenzijde zijn ook afdrukken van golfplaten met fijne golving te zien. De muren gericht naar het noordoosten en zuidoosten zijn zeker 120 centimeter dik, elders meten ze circa 60 centimeter. Binnenin zijn de muren witgekalkt. Hier en daar zijn ronde wapeningsijzers te zien. Voor het plafond van het gelijkvloers en de eerste verdieping werd onder meer kippengaas gebruikt.
De gelijkvloerse verdieping bestaat uit twee grotere ruimtes (circa 170 centimeter hoog, 250 centimeter breed en 350 centimeter diep) met ertussen een kleinere ruimte (circa 170 centimeter hoog, 150 centimeter breed en 350 centimeter diep), die aan de noordwestzijde met elkaar verbonden zijn via een gang. Die gang bevat langs de twee uiteinden (aan noordwestzijde) een smalle, hoge deuropening. Boven de toegang aan de noordwestkant steekt een nis, gemaakt uit houten planken. In het plafond van de gang is een rechthoek met houten planken aanwezig. Boven de kleinere, middelste ruimte is een tweede verdieping, met een ruimte die ongeveer even groot is als die eronder en die via een rechthoekig gat in het plafond bereikt kan worden. Van het plafond van die eerste verdieping is enkel nog het ijzerwerk te zien (kippengaas en ronde wapening).
De twee grotere ruimtes bevatten elk in de zuidoostelijke muur een schietgat, die naar buiten toe verbreden, en waarvan de aankleding met houten planken nog steeds grotendeels aanwezig is. De twee schietgaten, te zien in de bakstenen muur (de vroegere buitenmuur) in de aanpalende schuur, zijn ietsje anders georiënteerd zodat het eventuele bereik van de mitrailleurs groter kon zijn. In de ruimte meest noordoostelijk gelegen, zit het schietgat binnen verwerkt in een driehoekige nis, die uitloopt in een tweede nis. In de ruimte op de eerste verdieping is het begin van een insprong te zien: mogelijks gaat het om een kijk- of schietopening. Her en der zijn nog diverse rechthoekige openingen terug te vinden, zowel in het plafond als bovenaan en onderaan de muren, al dan niet met een nog aanwezige houten bekleding.
Aan de noordoostkant (aan de buitenzijde) zijn inscripties te vinden, waarvan volgende ontcijferd konden worden: 'USA - 1918 - Engineers'.
Bron: WOI Relict (443): Amerikaanse mitrailleurspost Helleketelweg 15 (Poperinge - WOI)
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2004: Amerikaanse mitrailleurpost [online], https://id.erfgoed.net/teksten/136495 (geraadpleegd op ).