Teksten van Duitse militaire post Cryer Farm

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/213576

Duitse militaire post Cryer Farm ()

Halfondergrondse constructie, die volledig onder aarde is gebracht ten westen van woning Menenstraat 43, op 300 meter ten noordoosten van het kruispunt met de N8 (Meenseweg / Menenstraat), ter hoogte van het gehucht Zandberg. De constructie ligt op ongeveer 2200 meter ten noordwesten van de dorpskern van Geluveld.

Historische beschrijving

In oorsprong Duitse militaire post uit de Eerste Wereldoorlog, opgetrokken op het Geluveldplateau, meer bepaald tegen de hoogte van de Zandberg en Beukenhorst (64m hoog).

Ten gevolge van de Tweede Slag bij Ieper valt de omgeving van de Zandberg in Duitse handen. In de daaropvolgende maanden en jaren bouwen de Duitsers ook hier een heus defensiesysteem uit, met opeenvolgende stellingen (Albrechtstellung, Wilhemstellung) en tal van betonnen versterkingen.

Onderhavige betonnen constructie wordt na de Tweede Slag bij Ieper opgetrokken op ongeveer 650 meter ten oosten van de Duitse frontlijn, tussen de Geierweg en de Meisengasse, twee communicatiegangen die bij de Britten gekend zijn als respectievelijk de Jargon Drive en de Jap Avenue. De militaire post ligt ten oosten van de Höhenlinie en ten westen van de Duitse 2. Stellung, ook wel gekend als de Albrecht-Stellung (ter hoogte van Jar of Jargon Trench, confert Britse militaire kaarten). Via smalsporen is de militaire post verbonden met de Meenseweg, een belangrijke aan- en afvoerlijn in deze zone. Enkele tientallen meters meer zuidwaarts ligt het (nu kleinere) Herenthagebos, bij de Britten gekend als Inverness Copse. Het huidige kruispunt van de Menenstraat met de N8 (Meenseweg/Menenstraat) wordt tijdens de oorlog door de Britten aangeduid met Clapham Junction. Het Beukenhorst kasteel ten zuidwesten van Clapham Junction is bij de Britten gekend als Stirling Castle.

De constructie is opgetrokken op de plaats van een vooroorlogs gebouw. Wellicht is de constructie opgevat als een medische post (Truppenverbandplatz). Onder leiding van het Grenadier-Regiment 119 worden in de lente van 1916 enkele medische hulpposten opgetrokken. In december 1916 maakt het Reserve Infanterie Regiment 209 melding van de bouw van een “grosser neuer Sanitätsunterstand am Geierweg vor der II. Stellung”. Mogelijk betreft dit onderhavige constructie.

Op 31 juli 1917, de eerste dag van het grootse geallieerde offensief (Derde Slag bij Ieper), slaagt het Britse leger er in op te rukken vanaf het Hoge tot aan Clapham Junction, ongeveer 1100 meter langs de Meenseweg. Maar dan blijft het offensief hier steken in de modder, net als elders in de Ieperboog. De volgende weken blijven de geallieerden er ter plekke trappelen. Ze maken gebruik van de relatieve rust tussen 28 augustus en 20 september om de totaal vernietigde infrastructuur herop te bouwen, zodat materieel en munitie aangevoerd kunnen worden en de artillerie naar voor geschoven kan worden. Tegelijk wordt getracht betere aanvalsposities te bekomen, door pijnpunten in de voorlopige frontlinie weg te werken.

Eén van de pijnpunten vormt onderhavige militaire post. De Duitsers hebben inmiddels de militaire post omgevormd tot een moeilijk in te nemen bolwerk. Verschillende pogingen om het bolwerk in te nemen, mislukken steeds opnieuw. Het bolwerk blijkt een gevaarlijke salient te vormen in de nieuwe geallieerde frontlijn en een verdere geallieerde opmars in deze zone te blokkeren (wat de Slag om de Meenseweg, 20 – 25 september 1917 zou worden). De geallieerden worden voortdurend vanaf dit bolwerk onder vuur genomen.

Het 7th Battalion (London) Regiment onder leiding van Lieutenant B.N. Cryer krijgt de opdracht af te rekenen met dit bolwerk. De eenheid bestudeert de omgeving goed door middel van verschillende nachtelijke patrouilles. Op 15 september 1917 gaat de raid-party over tot een aanval op het Duitse bolwerk, gesteund door een spervuur van granaten. Tien Duitsers worden naar verluidt tijdens deze aanval gedood, 36 Duitsers krijgsgevangen genomen en één mitrailleur veroverd. In de vroege ochtend van 16 september volgt een Duitse tegenaanval, die mislukt. De alom geprezen Lieutenant Cryer komt bij deze tegenaanval evenwel om het leven. Ter herinnering aan hem wordt de militaire post voortaan Cryer Farm genoemd.

Na de verovering passen de geallieerden de militaire post aan de gewijzigde frontsituatie aan, door de oorspronkelijke (Duitse) toegangen af te blokken en een nieuwe toegang te creëren. Deze regio zou tijdens het Duitse Lente-Offensief opnieuw in Duitse handen vallen.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt de militaire post van Cryer Farm opnieuw in gebruik genomen, nu als schuilplaats voor de burgerbevolking. Daarna fungeert ze tot 1985 als beerput. Tijdens de opgravingen in 2001 door de Association for Battlefield Archaeology in Flanders (ABAF) worden verschillende voorwerpen uit de oorlog teruggevonden.

Beschrijving

Halfondergrondse betonnen militaire constructie uit de Eerste Wereldoorlog, die volledig onder aarde is gebracht. De constructie heeft een veelhoekig grondplan, bestaande uit een langwerpige galerij met aan beide zijden een toegangsblok. De maximale lengte bedraagt 1680cm, de maximale breedte 710cm. De bedaking is vermoedelijk 130cm dik. Het beton is versterkt met ronde wapeningsijzers.

De galerij meet aan binnenzijde ongeveer L. 810cm x Br. 300cm. Het plafond van deze grootste ruimte bestaat uit golfplaten, waarop vervolgens het dak gegoten is. Deze ruimte is via twee ruimtes bereikbaar via brede toegangen. Aan oostelijke zijde steekt een vensteropening, met daarnaast een schuin opgaande verwarmingspijp. In beide toegangsblokken zit een luchtpijp en zijn telkens twee nissen aanwezig.

Her en der zijn restanten van een houten bekisting en roofing met teerpapier terug te vinden. Twee isolatoren in witte porselein wijzen op de aanwezigheid van elektriciteit.

  • IN FLANDERS FIELDS MUSEUM, Collectie militaire stafkaarten W.O. I, Frezenberg, 21/9/1918.
  • KONINKLIJK LEGERMUSEUM, Collectie militaire stafkaarten W.O. I, Zillebeke – Nordost, 1/11/1916.
  • VANCOILLIE J., Halfweg Menin Road en Ypernstrasse. Gheluvelt 1914-1918 (Association for Battlefield Archaeology in Flanders. Studies 3), Voormezele, 2002.
  • VERBOVEN H. 2011: WO I-rapport: Lieux de mémoire Zonnebeke, onuitgegeven rapport Onroerend Erfgoed.
  • Mapping the Front: Ypres. British mapping 1914-1918: Great War Trench Map DVD Collection [DVD uitgegeven door de Western Front Association, in association with the Imperial War Museum, 2008], Hooge, 23/12/1915; Zillebeke, 30/6/1917; Gheluvelt, 14/9/1917; s.n. [regio Beselare – Zandvoorde], 17/2/1918.
  • Mapping the Front: German maps. Military Mapping 1914-1918: Great War Trench Map DVD Collection [DVD uitgegeven door de Western Front Association, in association with the Imperial War Museum, 2010], Zillebeke – Nordost, 7/6/1916; Westhoek, 4/7/1917.
  • MAUDE A.H. (Ed.), The 47th (London) Division 1914-1919 by some who served with it in the Great War, London, 1922 [online], http://www.archive.org/details/47thlondondivisi00maudrich (geraadpleegd in 2013).
  • Open Monumentendag 2003: Steen en de Eerste Wereldoorlog, 14/9/2003 [online], www.wo1.be (geraadpleegd in 2013).

Bron: Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen, Beschermingsdossier 4.001/33037/101.1, Duitse militaire post ‘Cryer Farm’ (DECOODT H., 2013)
Auteurs:  Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2013: Duitse militaire post Cryer Farm [online], https://id.erfgoed.net/teksten/370340 (geraadpleegd op ).


Medische post Cryer Farm ()

Locatiebeschrijving

Ondergrondse betonnen constructie naast woning Menenstraat nummer 43 op circa 300 meter ten noordoosten van het kruispunt "Zandberg" dat tijdens de oorlog door de Britten "Clapham Junction" werd genoemd. De constructie ligt op circa 2200 meter ten noordwesten van Geluveld. De omgeving is heuvelachtig en deels bebouwd.

Historische Achtergrond

Deze constructie was gelegen op de "Albrecht-Stellung", tussen de communicatieloopgraven "Geyerweg" ("Jargon Drive") en de "Meissengasse" ("Jap Avenue") en langs een smalspoorbaan, die van het Hooge over de Nonnebossen beide dwarste en aansloot met de vooroorlogse trambaan op de Meenseweg. Hoogstwaarschijnlijk diende de constructie als medische post. Onder leiding van het "Grenadier-Regiment 119" werden in de lente van 1916 enkele medische hulpposten opgetrokken. In december 1916 maakte het "Reserve-Infanterie-Regiment 209" melding van de bouw van een "grosser neuer Sanitätsunterstand am Geierweg vor der II. Stellung".

Ten gevolge van de geallieerde opmars tijdens de Derde Slag om Ieper werd de constructie getransformeerd tot een moeilijk in te nemen bolwerk, dat slechts op 15 september 1917 veroverd werd na een raid van Lt. B.N. Cryer en mannen van het "7th London Regiment". Een Duitse tegenaanval op 16 september mislukte, maar Lt. Cryer kwam hierbij om het leven. Vandaar dat de veroverde post "Cryer Farm" werd genoemd. De Britten "keerden" de betonconstructie, namelijk ze blokten de bestaande "Duitse" toegangen af en maakten een nieuwe toegang aan hun eigen kant.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de constructie gebruikt als schuilplaats voor de burgerbevolking. Daarna fungeerde ze tot 1985 als beerput. Tijdens de opgravingen die in 2001 door ABAF ("Association for Battlefield Archaeology in Flanders") werden uitgevoerd, werden diverse voorwerpen teruggevonden.

Kenmerken

Nagenoeg volledig ondergrondse betonnen constructie met L-vormig grondplan met een lengte van 1680 centimeter en een maximale breedte van 710 centimeter, bestaande uit een langwerpige galerij, met links en rechts een toegangsblok. De bedaking is vermoedelijk 130 centimeter dik. De grootste ruimte, de galerij (die binnenin 810 centimeter lang en 300 centimeter breed is), is gegoten op golfplaten, met een fijne, diepe golving. Deze galerij is via 2 ruimtes bereikbaar via brede toegangen (respectievelijk 90 en 100 centimeter breed). In de galerij steekt aan de oostkant een dubbel conische vensteropening, met daarnaast een schuin opgaande verwarmingspijp en verder ook nog een luchtpijp in beide toegangsblokken.

In beide toegangsblokken zijn telkens 2 nissen aanwezig. Her en der nog restanten van een houten bekisting en roofing met teerpapier. Tenslotte wijzen 2 isolatoren in witte porselein op de aanwezigheid van elektriciteit.

  • "Open Monumentendag 2003: "Steen en de Eerste Wereldoorlog" - 14/09/2003" op website http://www.wo1.be.
  • VANCOILLIE J., "Halfweg Menin Road en Ypernstrasse. Gheluvelt 1914-1918. Association for Battlefield Archaeology in Flanders. Studies 3", Voormezele, Association for Battlefield Archaeology in Flanders, 2002.

Bron: WOI Relict (534): Medische post Cryer Farm (Geluveld - WOI)
Auteurs:  Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2004: Duitse militaire post Cryer Farm [online], https://id.erfgoed.net/teksten/136499 (geraadpleegd op ).