is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Nieuw-Zeelandse schuilplaats (2) Polygoonbos
Deze vaststelling is geldig sinds
is deel van de aanduiding als beschermd monument Drie bunkers Polygoonbos
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Nieuw-Zeelandse schuilplaats (2)
Deze vaststelling was geldig van tot
In het Polygoonbos zijn vandaag de dag nog drie vrij intacte militaire posten terug te vinden, naast restanten van verschillende andere betonnen verdedigingsconstructies. De twee Nieuw-Zeelandse constructies liggen midden in het bos, op zo’n 200 meter ten zuidwesten van het New Zealand Memorial to the missing op Buttes New British Cemetery. Dit betreft de meest zuidelijke constructie. De Duitse bunker Scott Post ligt op 300 meter ten zuidwesten van dit Nieuw-Zeelands gedenkteken, dichter tegen de hoofdas van het bos. Het Polygoonbos zelf is na de oorlog genivelleerd. De constructies kunnen bereikt worden via de Lange Dreve.
Het Polygoonbos herbergt vóór de oorlog een militair oefenterrein met een butte of doel: een kunstmatige heuvel om op het einde van een schietstand kogels op te vangen. In het bos is eveneens een renbaan aanwezig.
Polygon Wood of Polygon Wald ligt iets hoger dan de Reutelvallei. Het bos kan de strijdende partijen tijdens de eerste oorlogsmaanden nog wat beschutting bieden, maar tegen 1917 is het volledig aan flarden geschoten. Voor de geallieerden is het bezit van het bos strategisch belangrijk om de meer oostwaarts gelegen frontlijn te kunnen behouden. Om het bos wordt heel zwaar gevochten en het zou meerdere malen van bezetter wisselen.
Tijdens de Eerste Slag bij Ieper kunnen de Britse en Franse eenheden bij het Polygoonbos zich maar met veel moeite handhaven tegen de Duitse aanvallen, maar het bos blijft in handen van de geallieerden. Eind november 1914 worden de Britten afgelost door het 16de Franse legerkorps (Grosetti). De Duitse frontlijn loopt net ten oosten en zuiden van het bos. Begin april 1915 worden de meeste Franse eenheden vervangen door Canadese en Britse troepen.
Tijdens de Tweede Slag bij Ieper zien de Britse troepen zich genoodzaakt zich terug te trekken op de lijn Wieltje-Frezenberg-Bellewaarde. De Duitsers gaan na de Tweede Slag over tot de aanleg van heuse verdedigingsstellingen. De Wilhelmstellung snijdt de westelijke rand van het Polygoonbos aan, de Flandern I Stellung loopt net ten oosten van het bos. De Westhoek-Riegel verbindt beide stellingen in oost-westelijke richting en doorkruist het noordoostelijke topje van het bos.
In het bos verschijnt heel wat militaire infrastructuur, waaronder luchtafweergeschut, een pionierspark, barakken voor slaap- en kookgelegenheid, een Duitse militaire begraafplaats Kriegerfriedhof Am Polygonenwald, ondergrondse gangen, smalsporen, prikkeldraadversperringen en vele betonnen militaire posten. De Wilhelmstellung bestaat uit een opeenvolging van steunpunten, die ter hoogte van Polygoonbos met Polygon-Nord, Friedrich-August, Polygon-Mitte en Polygon-Sud worden aangeduid. Dit laatste bolwerk, in de zuidwestelijke hoek van het bos is bij de Britten gekend als Black Watch Corner, genoemd naar het Schotse Black Watch Regiment, dat hier in november 1914 stellingen bezet.
Tijdens de Derde Slag bij Ieper (vanaf eind juli 1917) blijkt de Wilhelmstellung moeilijk te doorbreken. Op 16 augustus wordt het Polygoonbos even door de Britten veroverd, om het vervolgens weer prijs te geven. Vanaf midden september bestoken de geallieerden het Polygoonbos met zware artillerie, in een poging om de Duitse stellingen met betonnen verdedigingsconstructies te vernietigen. Wanneer de Slag bij de Meenseweg op 20 september losbarst, kunnen de geallieerden de Duitse Wilhelmstellung aan de westelijke rand van het Polygoonbos doorbreken. Pas op 26 september 1917 verovert de 5de Australische divisie het bos moeizaam tijdens de zogenaamde Slag bij Polygoonbos (26 september – 3 oktober 1917).
In februari 1918 bezetten Nieuw-Zeelandse eenheden het Polygoonbos. In april 1918 leidt het Duitse Lente-Offensief tot een geallieerde terugtrekking uit het bos. Wanneer het Geallieerde Bevrijdingsoffensief van start gaat op 28 september 1918, kan het Polygoonbos dezelfde avond in handen van de 9th (Scottish) Division vallen.
Het Polygoonbos is na de oorlog heraangelegd: granaattrechters zijn opgevuld, het maaiveld is genivelleerd en vele betonnen militaire posten zijn afgebroken of maar ten dele bewaard. Drie overgebleven exemplaren zijn niettemin relatief intact bewaard gebleven, zijnde een Duitse bunker en twee Nieuw-Zeelandse postjes.
Ten noordoosten van Scott Post liggen twee kleine betonnen schuilplaatsen, in januari 1918 opgetrokken door de Nieuw-Zeelandse genie.
Tot aan de Derde Slag bij Ieper zou het Britse leger eerder weinig betonnen militaire posten optrekken. Door hun lager gelegen posities in de Ieperboog dienen ze namelijk voortdurend in het zicht van de vijand te opereren, wat de bouw van betonnen verdedigingsconstructies sterk bemoeilijkt. De Britse legerleiding is er trouwens van overtuigd dat het front niet lang stil zou staan, waardoor sterke betonnen constructies overbodig zouden zijn. Het dramatische verloop van de Derde Slag bij Ieper toont evenwel aan dat de Duitse bunkers dodelijk efficiënt kunnen zijn.
Na de Derde Slag begint het Britse leger dan ook met een veralgemeende aanleg van betonnen posten. Het oude Britse systeem van ononderbroken loopgraven wordt grotendeels verlaten ten gunste van een verdedigingssysteem met voorposten met zogenaamde elephant shelters om in te schuilen. Kenmerkend voor deze schuilplaatsen is het gebruik van gebogen golfplaten, de zogenaamde elephant plates. In de Ieperboog zijn nog een aantal dergelijke typisch Britse shelters terug te vinden.
Er zijn ook kleinere varianten opgetrokken met gebogen gegolfd plaatijzer in kleinere formaten, zogenaamde baby elephants. Deze kleine golfplaten worden pas vanaf de winter 1917-1918 gefabriceerd. Deze relatief kleine, lichte golfplaten zijn gemakkelijk te transporteren. Hiermee kan snel een opslagplaatsje of schuilplaatsje ineengestoken worden. In de winter van 1917-1918 gebruiken Nieuw-Zeelandse genie-eenheden deze golfplaten voor de bouw van kleine betonnen constructies.
De twee kleine betonnen postjes in het Polygoonbos zijn met baby elephants opgetrokken door de 4th Field Company, New Zealand Engineers in januari 1918. Ze zijn bedoeld als schuilplaats voor vier man.
Kleine halfondergrondse, rechthoekige betonnen post van ca. L. 260 à 270cm x Br. 230cm. De constructie bestaat uit betonnen zijmuren en een dak, een betonnen vloer ontbreekt. Het dak neemt de vorm aan van een licht zadeldak. De constructie is gegoten op kleine gebogen golfplaten (baby elephants). Ook de zijmuren en achterwand zijn gegoten tegen een bekisting van gegolfd plaatijzer.
Toegang aan zuidwestelijke zijde. Op de achterwand binnenin zijn nog restanten van hout en golfplaten te zien.
Bron: Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen, Beschermingsdossier 4.001/33037/104.1, Drie militaire posten WOI in Polygoonbos (DECOODT H., 2015)
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is gerelateerd aan
Nieuw-Zeelandse schuilplaats (1) Polygoonbos
Is deel van
Lange Dreve
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Nieuw-Zeelandse schuilplaats (2) Polygoonbos [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/213581 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.