Eén van drie bij elkaar gelegen halfondergrondse betonnen militaire posten uit de Eerste Wereldoorlog. Dit betreft de meest oostelijke constructie, die vermoedelijk als commandopost fungeerde. De drie constructies liggen enkele tientallen meters ten westen van het landhuis, op adres Menenstraat 89. Dit landhuis is opgetrokken op de plaats van de vooroorlogse hovenierswoning.
Eén van drie Duitse bij elkaar gelegen betonnen militaire posten tijdens de Eerste Wereldoorlog geconstrueerd in het beboomd park bij het kasteel Veldhoek. Dit kasteel is door de familie Vandenpeereboom opgetrokken als buitenverblijf. Door de aanleg van de baan Ieper-Menen (nu: Meenseweg te Ieper en Menenstraat te Zonnebeke) in 1756 is de eigendom van de familie Vandenpeereboom in twee delen gesplitst. Aan de zuidelijke zijde van de baan wordt door de familie Vandenpeereboom een tweede kasteel opgetrokken, Herenthage genoemd.
Het kasteel Veldhoek wordt in 1911 verwoest door een brand ten gevolge van een blikseminslag. De heropbouw van het kasteel is in 1914 pas afgerond, wanneer het opnieuw vernield wordt, nu door het oorlogsgeweld. Het kasteel wordt na de oorlog niet meer heropgebouwd. Op de plaats van de vroegere hovenierswoning laat Vandenpeereboom een nieuw buitenverblijf optrekken.
Tijdens de oorlog wordt het bos ten westen van dit kasteelpark op Britse stafkaarten aangeduid als Inverness Copse, op Duitse kaarten als onderdeel van (het park bij Schloss) Herenthage.
Herenthage of Inverness Copse maken deel uit van het plateau van Geluveld, een hoogte op de midden West-Vlaamse heuvelkam. Deze hoogte zal tijdens de oorlogsjaren strategisch uitermate belangrijk zijn: vanaf het plateau blijkt een goed zicht op Ieper mogelijk, zeker naarmate de bossen langs de baan Ieper-Menen door het oorlogsgeweld degraderen tot een kaal oorlogslandschap.
Tijdens de Eerste Slag bij Ieper wordt zwaar gevochten in de omgeving van Geluveld. In een poging om Ieper in te nemen, valt het 6de Duitse Leger op 29 oktober aan tussen de baan Ieper-Menen en Mesen. Tegen 1 november zijn Hollebeke, Zandvoorde en Geluveld in Duitse handen gevallen. De daaropvolgende weken worden nog meerdere aanvallen op de Britse en Franse stellingen uitgevoerd, met slechts enkele kleine terreinwinsten ten voordele van de Duitsers tot gevolg. Na de Eerste Slag bij Ieper loopt de frontlijn net ten oosten van de parken van Veldhoek en Herenthage.
Ten gevolge van de Tweede Slag bij Ieper schuift de frontlijn een stuk dichter naar Ieper op, tot voorbij Hoge. Veldhoek en Herenthage komen dus in Duits gebied te liggen.
In de omgeving wordt heel wat militaire infrastructuur uitgebouwd. De baan tussen Ieper en Menen vormt voor de Duitsers een belangrijke aan- en afvoerlijn van troepen, gewonden, voedsel, wapens en ander oorlogsmateriaal. Ten oosten van het kasteelpark wordt in 1915 een Pionierpark ingericht. Nabij het Veldhoekkasteel wordt een betonnen toren voor een radiozender opgetrokken. Bij Herenthagekasteel beschikken de Duitsers ook over een telefooncentrale en een lichtsignaalpost. Vanaf 1915 bouwen de Duitsers hier ook heel wat verdedigingsinfrastructuur uit. Ter hoogte van het Veldhoekkasteel loopt de Albrechtstellung (of II. Stellung). Op Britse stafkaarten worden de loopgraven van deze stelling ter hoogte van het Veldhoekkasteel aangeduid met Jap Trench. Ten oosten van Veldhoek loopt de Wilhemstellung. Beide stellingen worden uitgebouwd met tal van betonnen versterkingen.
Het ensemble van drie Duitse militaire posten wordt nabij de hovenierswoning opgetrokken, ten oosten van de Albrechtstellung en ten westen van de Wilhelmstellung.
Reeds in november 1915 maakt het 126ste Infanterieregiment melding van grote bouwwerken in dit gebied, waaronder voor het eerst betonnen militaire posten, die bij voorkeur per drie of per vier worden opgetrokken: “Dies wurden jetzt gruppenweise angelegt, immer ein Führerstand, ein Maschinengewehrstand, ein Beobachterstand und ein Unterstand für eine Gruppe Infanterie (9 man) zusammen. Das Ganze bildete dann eine Art. Stützpunkt, ebenso vorteilhaft für die Verteidigung wie für einen eventuellen Gegenstoss, namentlich wenn sie mit gegenseitiger flankierender Wirkung angelegt wurden”.
Dergelijke groep van betonnen posten kan dus dienen als artilleriesteunpunt, als steunpunt in de verdediging en als uitvalsbasis voor een tegenaanval. Wellicht moet deze beschrijving niet letterlijk genomen worden. De meest zuidelijke constructie, een langwerpige constructie onder gebogen gegolfd plaatijzer, is hoogstwaarschijnlijk als manschappenverblijf opgevat. Opvallend bij deze constructie is het feit dat de vier muren even dik zijn, en dus niet steviger zijn aan vijandelijke (westelijke) zijde, wat bij de andere twee constructies wel het geval is. Een deel van de dakbedekking van deze constructie is na de oorlog verwijderd. De meest oostelijk gelegen constructie is de grootste, sterkste en meest uitgewerkte constructie, met een dak van 165cm dikte, met twee kamers, met drie vensteropeningen en een nis. Deze constructie is bedoeld als een commandopost. De derde constructie is wellicht bedoeld als opslagplaats voor munitie. Deze constructies zijn met elkaar verbonden via loopgraven, aldus de militaire stafkaarten. Op een Duitse stafkaart van 7 juni 1916 worden de drie constructies reeds aangeduid.
Tijdens de Derde Slag bij Ieper trachten de geallieerden via de verovering van het Geluveld-plateau een doorbraak op het Duitse front te forceren. Vanaf het Geluveld-plateau kunnen de Duitsers elke Britse aanval vanuit de Ieperboog in de flank beschieten. Het plateau vormt wekenlang het strijdtoneel van voortdurende aanvallen en tegenaanvallen.
Diverse grootscheepse pogingen in augustus 1917 door onder meer de 18de (10 augustus), 56ste (16 augustus) en 14de divisie (22 augustus) om Inverness Copse te veroveren, mislukken. Enkel het meest westelijke stukje van het bos is op 22 augustus in Britse handen. De cruciale hoogte bij Geluveld is eind augustus nog steeds in handen van de Duitsers, die van hieruit de Britse rechterflank domineren.
Na de mislukte pogingen van Gough is het de beurt aan Plumer om te proberen de Duitse linies op het Geluveld-plateau te doorbreken, nu via een aantal kleinere aanvallen in de diepte, met beperkte objectieven. Plumer tracht het plateau van Geluveld stapsgewijs in te nemen via step-by-step aanvallen gecombineerd met een bite-and-hold tactiek. Tijdens een ‘voorbereidende’ aanval wordt echter opnieuw tevergeefs getracht om Inverness Copse in te nemen. Tijdens de Slag om de Meenseweg (20 tot 25 september 1917) kan de Britse 23ste infanteriedivisie uiteindelijk Inverness Copse veroveren en de Wilhelmstellung doorbreken. Het Geluveld-plateau zou echter nooit helemaal door de geallieerden bezet worden. De Derde Slag bij Ieper duurt nog meer dan een maand en strandt uiteindelijk ter hoogte van Passchendaele.
Na de Derde Slag bij Ieper wordt net ten noorden van de drie betonnen posten, wellicht in de betonnen Tower een Britse commandopost ingericht. Begin 1918 worden op militaire stafkaarten slechts enkele bruikbare bunkers voornamelijk aan de oostelijke zijde van het kasteelpark aangeduid, waaronder de drie militaire posten.
Na de oorlog worden een aantal betonnen constructies in het park van Veldhoek afgebroken, confert de bewaarde afbraakfiches van de Geluveldse bunkers uit 1932. Enkel het ensemble van de drie betonnen posten bij het landhuis (op de plaats van de voormalige hovenierswoning) hebben de oorlog en de naoorlogse afbraakijver overleefd.
Dit betreft een halfondergrondse constructie met een rechthoekig grondplan van L. 850 x Br. 740cm. Het dak is 165cm dik en gegoten op stalen I-profielen, die geplaatst zijn met een tussenafstand van 90cm. De muren zijn gegoten tegen een houten bekisting en verstevigd met ronde staven.
Aan noordelijke zijde zijn de muren 145cm dik, aan oostelijke zijde 110cm, aan zuidelijke zijde 135cm en aan westelijke (vijandelijke) zijde 180cm dik.
De constructie bevat twee ruimtes, die uitkomen op een gang, waarvan de uiteinden de beide toegangen tot de constructie vormen. In de zuidelijke muur steken twee vensteropeningen, die naar binnen toe verbreden. In de noordelijke muur steekt één dergelijke vensteropening. In de oostelijke muur (gang) is een nis aanwezig. In het dak steken drie ventilatie-openingen.
De constructie heeft een betonnen vloer. Hier en daar zijn restanten van en uitsparingen voor een houten bekisting aanwezig. De muren binnenin zijn maximaal 50cm dik.
Bron: Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen, Beschermingsdossier 4.001/33037/105.1, Ensemble van drie Duitse militaire posten WOI Veldhoek (DECOODT H., 2015)
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2015: Duitse commandopost [online], https://id.erfgoed.net/teksten/370339 (geraadpleegd op ).
Locatiebeschrijving
In het park van de villa, Menenstraat nummer 89, liggen 3 halfondergrondse betonnen constructies, tussen de bomen, iets ten westen van de villa, op circa 1500 meter ten noordwesten van Geluveld-dorp. De omgeving is licht heuvelachtig.
Historische Achtergrond
Het zou gaan om een Duits commandopost. In de onmiddellijke omgeving staan nog een Duitse schuilplaats en betonconstructie. De groep van 3 Duitse constructies is gelegen nabij het felomstreden bos, dat door de Britten "Inverness Copse" genoemd werd, door de Duitsers "'s Herentage".
Reeds in november 1915 maakt het IR (Infanterie Regiment) 126 in de sector melding van grote bouwwerken, waaronder voor het eerst betonconstructies, die bij voorkeur per 3 of per 4 worden opgetrokken.
Kenmerken
Grootste en meest oostelijke van 3 bij elkaar gelegen constructies. De constructie, met rechthoekig grondplan (lengte: 850 centimeter, breedte: 740 centimeter) ligt halfondergronds.
De bedaking, 165 centimeter dik, is gegoten op stalen I-profielen, die geplaatst zijn met een tussenafstand van 90 centimeter. De muren, gegoten tegen een houten bekisting en verstevigd met ronde staven, zijn aan de noordkant 145 centimeter dik, aan de oostkant 110, aan de zuidkant 135 en aan de westkant (de vijandelijke kant) 180 centimeter dik.
De constructie bevat 2 ruimtes, waartoe toegang verschaft wordt via een gang, die op zijn beurt aan de noordkant en de oostkant een toegang heeft. De toegang aan de oostkant is gedeeltelijk beschadigd. In de zuidmuur zijn 2 conische vensters (die naar binnen toe vergroten), in de noordmuur 1. In de oostmuur (gang) is een nis aanwezig. Verder ook nog 3 ventilatie-openingen door het dak. De vloer bestaat uit beton. Hier en daar zijn nog restanten van en uitsparingen voor een houten binnenbekisting aanwezig. De muren binnenin zijn maximaal 50 centimeter dik.
Bron: WOI Relict (531): Duitse commandopost Menenstraat 89 (Geluveld - WOI)
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2004: Duitse commandopost [online], https://id.erfgoed.net/teksten/136513 (geraadpleegd op ).