Lot XI is een groot lot op Petroleum Zuid, ten zuiden van de d’Herbouvillekaai en begrensd door de Nafta- en de Olieweg. Het werd in 1919 geopend en bijna volledig in concessie genomen door de Belgian Benzine Company. Op de hoek van de d'Herbouvillekaai en de Olieweg werd een deel van Lot XI rond 1924 in gebruik door de Vacuum Oil Company. Dit was een bedrijf met zetel in Parijs, vertegenwoordigd door Chandler et Raisin, "architectes du Gouvernement Français". Rond 1924 bouwden deze architecten er een groot magazijn en zes tanks. De tanks zijn ondertussen verdwenen; de werkplaats is er wel nog. Aan de d'Herbouvillekaai leidt een spoor rakelings langs dit gebouw.

De werkplaats een gebouw van drie beuken van telkens tien traveeën onder pannen zadeldaken gedragen door originele Engelse spanten voor de buitenmuren en Polonceauspanten intern, die steunen op geklinknagelde kolommen. Centraal zijn de iets verhoogde "lanterneaux de ventilation" bewaard. De inventarisatie van Erfgoed & Visie wees uit dat dit één van de best bewaarde metalen constructies is op Petroleum Zuid. De buitenmuren zijn in baksteenmetselwerk opgetrokken, doorbroken door rechthoekige venster- en poortopeningen. Op de hoek zijn een aantal afgescheiden ruimtes voorzien: op het gelijkvloers zitten de bureaus van directeur en medewerkers en de toiletten, een trap leidt naar een tussenverdieping waar een appartement voor de conciërge is voorzien.