Op de hoek van de Italiëlei en de Goudbloemstraat staat een burgerhuis met bruine bakstenen façades in eenvoudige art-decostijl. De woning is gesigneerd "BADOUX F. ARCHITECTE 1928 BRUXELLES". Het huis valt in beide straten op tussen de eind-19de-eeuwse, neoclassicistische basisbebouwing.

Historiek

De woning is het resultaat van een ingrijpende verbouwing van een neoclassicistisch burgerhuis in 1927-1928 naar ontwerp van de Brusselse architect Fernand Badoux in opdracht van reder Arthur Vollen, op dat moment woonachtig in de naastgelegen woning Italiëlei 187. De oorspronkelijke woning werd gebouwd naar een bouwaanvraag van 1879 door architect S. Van Besten voor L. Van Aken. De kroonlijsthoogte van de hoekwoning werd bij de verbouwing behouden, de typisch 19de-eeuwse verspringende bouwlagen van de achterbouw werden gelijkgetrokken met de bouwlagen van het voorhuis. In de bouwaanvraag van augustus 1927 wordt de 19de-eeuwse, klassieke ritmering van de gevel aan de Italiëlei in drie traveeën en drie bouwlagen met rechthoekige ramen behouden en geeft de architect aan dat de lijstgevels bekleed zullen worden met "simili pierre de France". In december van hetzelfde jaar volgt een bouwaanvraag met een aantal wijzigingen: de façades krijgen een bakstenen parement, de indeling van de gevels wordt moderner opgevat, met driezijdige erker in de Italiëlei en brede rechthoekige vensteropeningen op de gelijkvloerse verdieping. IJzerwerk van deur en balkon krijgt een fraaie art-decobelijning. In 1928 volgt nog een wijziging, met een licht gewijzigde indeling van de gevels, die overeenkomt met het uitzicht van de woning anno 2011: erkers in beide gevels, fijne roedeverdeling in de ramen.

Beschrijving

Hoekhuis van drie bouwlagen onder leien mansardedak met lijstgevels in eenvoudige art-decovormgeving. Gele Belvédère-bakstenen parementen op hardstenen plint, rechthoekige muuropeningen met bewaard schrijn- en ijzerwerk, kleine roedeverdeling. De centrale inkomdeur in de Goudbloemstraat bepaalt de indeling van de woning: de circulatie gebeurt via een grote, gevelbrede, centraal ruime gelegen traphal, met aan weerskanten daarvan telkens een grote, vierkante kamer. Salon en eetkamer op de eerste, slaapkamers op de tweede en op de mansardeverdieping.

De gelijkvloerse verdieping is uitgewerkt als sokkel en herbergt een ruime inkomhal, een bureau, een keuken, een badkamer en een garage, uitkomend in de Goudbloemstraat. Brede, rechthoekige vensteropeningen, links een deur met fraai art-decotraliewerk. Deze bouwlaag wordt afgezoomd met een brede band van grove granito. Vrij gesloten façade voor de verdiepingen in de Goudbloemstraat, met op eerste bouwlaag centraal een driezijdige erker, waarboven balkon en deurvenster. Gevel aan de Italiëlei met erker op de eerste verdieping, bekroond met balkon en deurvenster. In tegenstelling met de ontwerptekening heeft het balkon een bakstenen borstwering en geen ijzeren.

De indeling en afwerking van het interieur uit 1928 is volledig bewaard. Alle ruimten hebben een afwerking in sobere art-decosfeer, met parketvloeren, marmeren sierhaarden en vloeren, stucplafonds, betegeling van keuken en toilet. Details als houtimitatie, badkamerinrichting en radiatoromkastingen zijn bewaard.