Geheel van twee gekoppelde burgerhuizen in beaux-artsstijl op de hoek met de Arthur Goemaerelei, naar een ontwerp van de architecten Adolphe Van Coppernolle en Laurent Duvivier uit 1911. Opdrachtgever was Duvivier zelf, die samen met zijn oom als bouwpromotor actief was in de wijk, en hier vóór de Eerste Wereldoorlog meerdere panden voor eigen rekening liet optrekken. Na de voltooiing nam hij overigens zelf zijn intrek in het hoekpand. Waar hij voor de opdrachten door derden vaker zelfstandig het ontwerp tekende, ging hij voor zijn eigen vastgoedprojecten telkens een samenwerking aan met andere architecten, behalve Van Coppernolle ook Arthur Vander Heyden. Samen met Van Coppernolle ontwierp hij in hetzelfde jaar verderop ook een stadsvilla in art-nouveaustijl.

Het afgeschuinde hoekcomplex met een lijstgevel uit bak- en natuursteen, telt vier bouwlagen en zes ongelijke traveeën onder een zadeldak. Horizontaal is de compositie opgebouwd uit een lage sokkel, twee hoofdverdiepingen en een mezzanino, in overeenstemming met de typologie van de bel-etagewoning. Verticaal bepalen een hoekrisaliet en twee zijrisalieten het gevelritme, een schema dat het geheel een zekere symmetrie verleent. De zijrisalieten worden daarbij gemarkeerd door een rechthoekige erker, een breed korfboogvenster met balkon en waterlijst, drielichten en een driehoekig fronton. Verder bestaat de ornamentatie hoofdzakelijk uit guirlandelijstwerk, chutes met strik, balusters, voluutsleutels en –consoles, ontleend aan de Lodewijk XVI-stijl. Zowel het houten schrijnwerk van deuren en vensters, als het smeedijzeren traliewerk en het voortuinhek zijn bewaard. De garages van beide woningen zijn latere verbouwingen; de mezzanino van Arthur Goemaerelei 55 werd gedeeltelijk opengewerkt tot dakterras, zonder de gevel te wijzigen.

Beide woningen waarvan de plattegrond nagenoeg het volledige perceel beslaat, hebben ongeveer dezelfde oppervlakte en indeling georganiseerd rond de traphal met bovenlicht. Volgens de bouwplannen omvat de begane grond de inkom, een kantoor en de keuken met office, terwijl een suite van salon en eetkamer de eerste verdieping inneemt. Op de hogere verdiepingen bevinden zich telkens twee slaapkamers en een badkamer of 'cabinet de toilette'.