Herenhuis in eclectische stijl gebouwd in opdracht van André Morren, naar een ontwerp door architect Emile Thielens uit 1910. Kort voor zijn overlijden in 1911, realiseerde Thielens een vijftal hotels in de Bosmanslei en de Van Putlei, die tot zijn laatste werken behoren. Van deze is het hotel Morren naar stijl en typologie het meest verwant met de hotels Strasser en Nurnberg. Thielens, die vooral bekend is van de gebouwen voor de Antwerpse Zoo, verliet aan het eind van zijn loopbaan de art nouveau voor een klassieke beaux-artsstijl. Belangrijke werken uit deze periode zijn de monumentale Banque de Reports, de Fonds Publics et de Dépôts aan de Meir en het kantoorgebouw Zeller, Villinger & Cie in de Minderbroedersrui. Het hotel Morren maakt deel uitmaakt van een homogeen bouwblok van burger- en herenhuizen met neoclassicistische inslag (Bosmanslei 26 tot 38). Zoals het aanpalende hotel Villinger werd het gebouw opgetrokken door de Antwerpse aannemer Jean Vanderstraeten. Een volgende eigenaar, de arts M. Mandart liet in 1957 een verbouwing uitvoeren tot dokterswoning, naar een ontwerp van architect Albert Van Hoenacker.
De rijwoning in halfopen bebouwing omvat een souterrain en twee bouwlagen onder een mansardedak (leien). Sober van opzet, met een parement uit witte natuursteen, toont de lijstgevel een eclectische interpretatie van classicerende stijlkenmerken. In overeenstemming met de indeling van het interieur, legt de asymmetrische compositie van drie ongelijke traveeën de klemtoon op de zijtravee. Deze onderscheidt zich door een oplopende driezijdige erker bekroond met een balustrade, waarbij een dakvenster met voluten en een gebogen fronton aansluit. De regelmatig geordonneerde opstand wordt horizontaal belijnd door de plint en het hoofdgestel bestaande uit de kroonlijst en de blinde attiek, terwijl kolossale pilasters de gebogen overhoekse penant accentueren. Blinde boogvelden op doorlopende imposten bekronen de bovenvensters, en verder is de discrete ornamentatie van onderdorpels en dakkapellen ontleend aan de Lodewijk XVI-stijl. De zijgevel in baksteenbouw wordt bepaald door een middenrisaliet met het inkomportaal, waarvan de schouderboogvormige top bij de verbouwing van 1957 verdween. Bij deze ingreep werd ook de dubbele rondboog van het portaal aangepast, en het souterrain verbouwd tot garage. In tegenstelling tot het smeedijzeren voortuinhek, bleef het houten vensterschrijnwerk bewaard.
De plattegrond vertoont de typologische kenmerken van een woning voor de vermogende burgerij, met een opdeling in ontvangst- en privé-vertrekken, dienstlokalen en -circulatie. Volgens de oorspronkelijke bouwplannen bood het souterrain naast de voorraadkelders ruimte aan een spreekkamer, en de keuken met office en keukenlift. De centrale traphal met bovenlicht deelde de woning over de volledige breedte op, ontdubbeld door een diensttrap. Op de benedenverdieping nam een eerste salon de straatzijde in, de eetkamer met de veranda en een tweede salon met een terrasloggia de tuinzijde. De verbouwingen van 1957 hadden vooral betrekking op de installatie van een lift in de vestibule, de keuken in het tuinsalon, en het dokterskabinet op de eerste verdieping, die voordien uit drie grote slaapkamers bestond, achteraan met terrasloggia's. Belangrijke delen van het neo-Lodewijk XVI-interieur, zoals de houten staatsietrap met smeedijzeren leuning, bleven bewaard.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2011: Eclectisch herenhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/136943 (geraadpleegd op ).
Nummers 26, 28, 29, 30, 32, 34-36. Burgerhuizen in neoclassicistische stijl, uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. Natuurstenen lijstgevels gemarkeerd door erkers en balkons. Rechthoekige of getoogde muuropeningen. Voortuinen met ijzeren afsluitingen.
Nummers 29, 28 en 32 met recente garage in kelderverdieping. Identieke nummers 34 en 36, boven de kroonlijst bekroond met topvazen.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Eclectisch herenhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/136889 (geraadpleegd op ).