Geheel van twee gekoppelde burgerhuizen in neo-Lodewijk XVI-stijl naar een ontwerp van architect Edward Van Not uit 1913, vermoedelijk voor eigen rekening gebouwd als vastgoedinvestering. Het geheel maakt deel uit van een homogeen bouwblok van burger- en herenhuizen met neoclassicistische inslag (Bosmanslei 28 tot 38). Het ontwerp is representatief voor het vroege oeuvre van Van Not, wiens loopbaan kort na de eeuwwisseling van start ging. Vóór de Eerste Wereldoorlog ontwierp hij tientallen van dergelijke burgerhuizen in Antwerpen, een groot aantal in dienst van de Algemeene Bouwmaatschappij, waarbij het stijlenjargon varieerde van beaux-arts en cottage tot art nouveau. Vanaf het interbellum tot zijn overlijden, combineerde Van Not zijn privé-praktijk met het ambt van gemeentelijk architect in Deurne.
De rijwoningen met een natuurstenen lijstgevel van drie traveeën, omvatten een souterrain en drie bouwlagen onder een plat dak. Van beide gevels is de compositie identiek, met uitzondering van de vorm van de muuropeningen: rechthoekig in nummer 34 en getoogd in nummer 36. Naar 18de-eeuws model wordt de opstand horizontaal geleed in een geblokte pui, een bovenbouw met vlakke vensteromlijstingen afgelijnd door de kroonlijst, en een blinde attiek met door vazen bekroonde postamenten. In de pui ligt de klemtoon op de driezijdige erker van de zijtravee, daar waar de bovenbouw symmetrisch is opgevat, met het accent op de bredere middenas. De aan de Lodewijk XVI-stijl ontleende ornamentatie, omvat voluutsleutels met guirlandes, chutes, droppanelen en een soort entrelacs-fries in de attiek. Het oorspronkelijke houten schrijnwerk is bewaard, evenals het smeedijzer van deuren, bovenlichten, venster- en balkonleuningen. Enkel het nummer 36 is volledig intact met inbegrip van de keldertralies en het voortuinhek, die in nummer 34 verdwenen bij de verbouwing van het souterrain tot garage.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van de burgerwoning, met oorspronkelijk een spreekkamer of kantoor en de keuken in het souterrain. Volgens de bouwplannen biedt de begane grond ruimte aan een suite van de eetkamer en het salon met terras, geflankeerd door de inkom en het trappenhuis en de office. De eerste verdieping omvat twee slaapkamers, een 'cabinet de toilette' en een dienst- of badkamer, de tweede verdieping drie slaapkamers en een kleine zolder.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2011: Gekoppelde burgerhuizen in neo-Lodewijk XVI-stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/136941 (geraadpleegd op ).
Nummers 26, 28, 29, 30, 32, 34-36. Burgerhuizen in neoclassicistische stijl, uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. Natuurstenen lijstgevels gemarkeerd door erkers en balkons. Rechthoekige of getoogde muuropeningen. Voortuinen met ijzeren afsluitingen.
Nummers 29, 28 en 32 met recente garage in kelderverdieping. Identieke nummers 34 en 36, boven de kroonlijst bekroond met topvazen.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Gekoppelde burgerhuizen in neo-Lodewijk XVI-stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/136899 (geraadpleegd op ).