Standingvol appartementsgebouw in naoorlogs modernisme op de hoek met de Kruishofstraat, naar een ontwerp van architect Victor Verreydt uit 1958. Het vastgoedproject werd voor eigen rekening van Verreydt opgetrokken, samen met privé-partners. Vijf bouwlagen hoog omvat "Chambord" in totaal zestien flats van vergelijkbare oppervlakte. Verreydt ontwierp in 1953 al het minder opvallende flatgebouw "Sunshine" (Jan Van Rijswijcklaan 236, Antwerpen) op de hoek met de Volhardingstraat. Beide zijn representatief voor de appartementsgebouwen die hij in de loop van de jaren 1950 onder meer in de Tentoonstellingswijk realiseerde. Begonnen tijdens de oorlogsjaren, was de architect in deze periode vooral actief in zijn woonplaats Wilrijk en de aangrenzende wijk Kiel, met de bouw van eengezinswoningen.
Het imposante hoekcomplex kenmerkt zich door zijn contrastrijke volumewerking, waarin vooral de elegant gebogen hoekpartij met balkons opvalt, die op conische pilotis oversteekt boven de toegangszone. De halfopen ligging met uitzicht op het park en de sportvelden van het Wilrijkseplein, wordt hierdoor maximaal uitgebuit, een streven dat zich verder vertaalt in de indeling van de plattegrond. Een ander belangrijk kenmerk is het verzorgde materiaalgebruik met tijdseigen textuur- en kleurcontrasten, die de structuur van het gebouw beklemtonen. Voor het parement van de overstekende bovenbouw met brede daklijst werd witte natuursteen toegepast in een verzorgd steenverband met fijne voeg en alternerende lagen, en voor de terugwijkende pui een parement van gepolijste zwarte muschelkalksteen. Een bekleding van gele mozaïektegeltjes accentueert de pilotis, terwijl panelen in blauwe mozaïektegeltjes beide zijgevels verlevendigen. In die zin onderscheidt deze architectuur zich kwalitatief van de conventionele, veeleer banale appartementsgebouwen uit de jaren 1950,die het merendeel van de bebouwing uitmaken in dit gedeelte van de Jan Van Rijswijcklaan. De gevelcompositie vertrekt verder van een vrijwel symmetrisch schema, met een levendige combinatie van staande en liggende vensters oorspronkelijk met witgelakt stalen schrijnwerk, en in nissen gevatte schuifpuien in teak, beide voorzien van ijzeren borstweringen. Het inkomportaal met aluminium schrijnwerk, waarbij de handgreep van de deur opvalt, bevindt zich centraal in de hoekpartij. Het omhaagde voortuintje heeft een beplanting met coniferen en een tuinpad in flagstone.
De plattegrond groepeert vier flats per verdieping, ontsloten door een centrale hal uitgerust met twee liften en een halfronde trap. De drie grotere appartementen waarvan één de volledige hoekpartij beslaat, beschikken over een salon en eetkamer, twee slaapkamer, een keuken en een badkamer. Het ene kleinere appartement telt slechts één slaapkamer. Behalve de inkomhal, en de conciërgewoning, biedt de begane grond ruimte aan tien garages in de zijvleugels, een wasplaats, bergingen voor fietsen en kinderwagens; een parkeergarage en kelders bevinden zich in de ondergrond.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 18#38404, 18#31387.