Geheel van twee herenhuizen in neorégencestijl gebouwd in opdracht van Henri Fester, naar een ontwerp door de architect Joseph Hertogs uit 1911. Voor de zakenman en muziekmecenas Henri Dettmar Fester (Antwerpen, 1849-Antwerpen, 1939), echtgenoot van Sophia Maria Smekens (°Antwerpen, 1851) en eigenaar van het kasteel Fester in de Karel Oomsstraat, betekende het project vermoedelijk een vastgoedinvestering. Het rechter pand (nummer 26) werd na voltooiing betrokken door zoon Robert Fester en echtgenote Alice Julia Good, die later het kasteel Wolvenbos in Kapellen lieten bouwen. Robert Fester werkte voor de verzekeringsmaatschappij Mund & Fester, die mede was opgericht door vader Henri Fester. Het nummer 24, waar lange tijd het feestzalencomplex "Salons Centenaire" gevestigd was, werd recent gerenoveerd en heringedeeld tot appartementen.
De rijwoningen in halfopen bebouwing, die in omvang met één travee van elkaar verschillen, vormen een symmetrisch ensemble van een voorname allure. Beide tellen een souterrain en drie bouwlagen onder een complex schild- en mansardedak, met een gevelbreedte van respectievelijk drie en twee ongelijke traveeën. Met hun versoberde beaux-arts-vormentaal, zijn de hotels Fester representatief voor het latere oeuvre van Hertogs, uit het decennium vóór de Eerste Wereldoorlog. Een van de belangrijkste realisaties uit deze periode is het hotel Thys - later Smidt van Gelder in de Belgiëlei uit 1905, waarvan de klassieke ordonnantie aan het Parijse Lodewijk XIV-hotel is ontleend. Tot de vergelijkbare neorégence-voorbeelden behoren het hotel Müller op de Markgravelei en het hotel de Cauwer op de Frankrijklei. Hertogs geldt als een van de meest succesvolle architecten in Antwerpen, met een loopbaan in dienst van de mercantiele burgerij die bijna een halve eeuw omspande, en een vijfhonderdtal woningen en openbare gebouwen opleverde.
De fraai verzorgde lijstgevels met afgeronde hoek hebben een parement in natuursteen tot op halve diepte van de zijgevel, en zijn verder opgetrokken in een eenvoudiger baksteenbouw. Nadrukkelijk horizontaal geleed worden de onder- en bovenbouw belijnd door de plint, de puilijst en het klassieke hoofdgestel. De compositie van de voorgevels legt telkens de klemtoon op de brede zijtravee, in overeenstemming met de indeling van het interieur. Deze wordt achtereenvolgens gemarkeerd door een bow-window, een breed rondboogvenster met balkon, en een tweelicht. Daarnaast hebben beide panden een fraai korfboogportaal, dat in nr. 24 geflankeerd door lantaarns de middenas markeert, en in nr. 26 wordt bekroond door een ovale oculus. Verder is het sobere, op de régencestijl geïnspireerde decor hoofdzakelijk beperkt tot de deur- en vensteromlijstingen met bewerkte sluitstenen en guirlandes, en de sierlijke smeedijzeren balkonborstweringen. In de zijgevel van nr. 24 vallen de oculi van de vestiaire op, en het grote boograam van het trappenhuis, dat in nr. 26 wordt verlicht door oplopende bow-windows. Het houten vensterschrijnwerk en de smeedijzeren vleugeldeuren zijn bewaard, in tegenstelling tot het verwijderde voortuinhek; in beide panden werd het souterrain verbouwd tot garage.
De plattegrond van beide herenhuizen vertoont de typologische kenmerken van woningen voor de vermogende burgerij, met een opdeling in ontvangst- en privé-vertrekken, dienstlokalen en -circulatie. Volgens de bouwplannen bevond de keuken met keukenlift zich daarbij in het souterrain, en namen de ontvangstvertrekken de begane grond in. Deze zijn in nr. 24 georganiseerd rond de vestibule en de ruime traphal, en omvatten een doorlopende suite van salon en eetkamer, en een aanpalende ontbijtkamer, die bij de tuin uitgeven op een terras met bordestrap. In nr. 26 deelt de traphal de woning over de volledige breedte op, met vooraan het salon en achteraan de eetkamer met terras.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2011: Geheel van twee herenhuizen in neorégencestijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/136959 (geraadpleegd op ).
Nummer 24. Dubbelhuis in sobere neo-Lodewijk XVI-stijl, bredere rechtse travee met gebogen erker en ijzeren balkonleuning. Diverse muuropeningen.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Geheel van twee herenhuizen in neorégencestijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/136925 (geraadpleegd op ).
Nummer 26. Enkelhuis in sobere neo-Lodewijk XVI-stijl, natuurstenen lijstgevels met gebogen erkers.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Geheel van twee herenhuizen in neorégencestijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/136926 (geraadpleegd op ).