Deze drie burgerwoningen werden in 1879 als ensemble ontworpen door architect L. Van Opstal in opdracht van de Société Anonyme du Sud d'Anvers. In 1878 nam de maatschappij het initiatief om voor eigen rekening 51 burgerwoningen te laten bouwen in de straten gelegen rond de Marnixplaats. Dit om de verkoop van de nog grotendeels lege percelen te promoten en tevens om woningen te bouwen in de stijl die de maatschappij voorop stelde voor het Zuid. Hiervoor werkte de maatschappij samen met een reeks aannemers en architecten, die in ruil voor de opdracht moesten investeren in de aankoop van de gronden.
L. Van Opstal diende in 1879 een bouwaanvraag in voor twee sets van drie woningen in de De Vrièrestraat, nrs. 16-20 en 38-42. Het zijn burgerhuizen van drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldaken met lijstgevels die door hun bakstenen parement een eclectisch karakter krijgen. Typerend is dat de middelste woning hoger is uitgewerkt dan de twee flankerende huizen en dat alle parementen een andere uitwerking kregen, om niet de indruk te wekken dat het hier seriewerk betrof. Verder klassieke opbouw van de gevels met kordonlijsten, rechthoekige muuropeningen, houten kroonlijst en hardstenen plint. Verzorgde ornamentiek uit de neorenaissance: sierankers, wortelmotieven, speklagen, diamantkoppen. De gevel van nr. 42 draagt jaarankers "1880". Nrs. 38 en 42 onterecht witgeschilderd.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1879 # 888.
- PRIMS L. & DE MEYER R. 1993: Het Zuid (Antwerpen 1875-1890). Architectuur & maatschappij, Antwerpen, 62-68.