Burgerhuis in eclectische stijl gebouwd in opdracht van L. Ritschie, naar een ontwerp van architect Walter Van Kuyck uit 1908. Ritschie was ambtenaar bij de Stad Antwerpen, op het moment van de bouw met de graad van bureelhoofd, later 'Algemeen Bestuurder van het Personeel'. De woning Ritschie behoort tot het vroege oeuvre van de architect, die in 1901 debuteerde met het neotraditionele “In Het Huwelijksbootje” aan de Grote Markt. In zijn residentiële architectuur van vóór de Eerste wereldoorlog vermengt hij diverse invloeden, vooral van de cottage- en de beaux-artsstijl, soms met een bescheiden art-nouveau-inslag zoals hier.

Deze bescheiden rijwoning met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën, telt drie bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevel met een regelmatige indeling van rechthoekige muuropeningen onder ontlastingsbogen, is afgewerkt door een klassiek hoofdgestel. Opgetrokken in baksteenmetselwerk met knipvoegen, wordt natuursteen vooral functioneel verwerkt voor de hoekblokken en waterlijsten op kraagstenen. De asymmetrische gevelcompositie legt met een driezijdige erker en drielichten de klemtoon op de brede zijtravee, in overeenstemming met de indeling van het interieur. Invloed van de art nouveau blijkt uit het patroon van de smeedijzeren borstwering die de erker bekroont. Het houten schrijnwerk van de deur en vensters met kleine roeden in de bovenlichten is bewaard, evenals het smeedijzeren voortuinhek.

De plattegrond beantwoordt vermoedelijk aan de klassieke typologie van de burgerwoning, met op de begane grond een suite van salon, eetkamer en veranda, geflankeerd door de inkom, het trappenhuis en de keuken.