Burgerhuis in eclectische stijl gebouwd in opdracht van Ch. Van den Wouwer, naar een ontwerp van architect Edouard Claes uit 1907.

Rijwoning van drie bouwlagen en twee ongelijke traveeën onder een zadeldak. De lijstgevel is opgetrokken uit witte baksteen, typisch doorspekt met lagen groene baksteen, op een arduinen plint. Asymmetrisch van opbouw, met een horizontale geleding en een houten kroonlijst, legt de gevelcompositie de klemtoon op het brede zijrisaliet. Dit wordt op de bovenverdieping gemarkeerd door een driezijdige houten erker, met een gebuikt gietijzeren balkon als bekroning; in het ontwerp beschermt een glazen luifel het venster erboven. Twee mozaïekpaneeltjes met voorstelling van de opgaande zon boven een landschap, sieren de borstweringen van de inkomtravee. Het houten schrijnwerk van de steekboogvensters, evenals het smeedijzeren voortuinhek bleven behouden; de deur werd vernieuwd.

De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van de burgerwoning, met een hoofdvolume en een lagere achterbouw. Op de begane grond wordt een suite van salon, eetkamer en veranda met bovenlicht, geflankeerd door de inkom, het trappenhuis en de keuken.

Nummers 17 en 19. Rijhuizen van twee tot drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak (nok parallel aan de straat), te dateren circa 1910. Witte verglaasde bakstenen lijstgevels gemarkeerd door centrale houten erker. Neoclassicistische en eclectische stijlkenmerken.