Rijhuis in eclectische stijl gebouwd in opdracht van 'facteur en bières' C. De Jongh, naar een ontwerp van architect Hendrik Delvaux uit 1909. Het gebouw werd vermoedelijk ontworpen als meergezinswoning. Delvaux stond met realisaties als deze pas aan het begin van zijn loopbaan.

Met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën, telt de rijwoning drie bouwlagen en een pseudo-mansarde (leien). De lijstgevel is opgetrokken uit roomkleurige baksteen, doorspekt met lagen groene baksteen en hardsteen, waarvan ook gebruik werd gemaakt voor posten, dorpels en de puilijst. Kenmerken van de cottagestijl zoals het houten stijl- en regelwerk van de geveltop, worden gecombineerd met een bescheiden art-nouveau-inslag zoals blijkt uit het smeedijzer van het balkon en het voortuinhek, en uit het profiel van de lekdrempels. In overeenstemming met de indeling van het interieur, legt de asymmetrische gevelcompositie de klemtoon op de brede zijtravee, die uitmondt in een gedrukte puntgevel. Een ruim bemeten driezijdige erker markeert de begane grond, met hogerop een balkon, drie- en vierlichten. De gevel met licht getoogde muuropeningen onder typische ontlastingsbogen, wordt verder geleed in een pui en een bovenbouw met oplopende penanten. Opmerkelijk is het inkomportaaltje, ontstaan door het schuin inplanten van de deur. Het houten schrijnwerk lijkt grotendeels bewaard, met weglating van de kleine roeden in de bovenlichten.

Volgens de bouwplannen omvat de begane grond een zitkamer en een eetkamer, geflankeerd door de inkom en het trappenhuis, met in de achterbouw de keuken, het pomphuis en het toilet. Deze plattegrond, die aan de typologie van een bescheiden huurwoning beantwoordt, wordt vermoedelijk op de bovenverdiepingen herhaald.