Burgerhuis in sobere art-decostijl gebouwd voor opdrachtgever Cerchel, naar een ontwerp door architect Adolphe Van Coppernolle uit 1923. Het is een veeleer bescheiden ontwerp van Van Coppernolle, die in 1930 met de club "Claridge" in de Anneessensstraat een van de meest stijlvolle voorbeelden van art deco in Antwerpen zou realiseren.
Met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën telt de rijwoning drie bouwlagen, waaraan in 1933 een pseudo-mansarde werd toegevoegd. De lijstgevel is opgetrokken in baksteen verwerkt met natuursteen en arduin. Asymmetrisch van compositie, ligt de klemtoon op het brede zijrisaliet met een typisch getrapt profiel. Het eveneens getrapte en gegolfde topstuk met guirlandemedaillon, dat oorspronkelijk dit risaliet bekroonde, verdween bij de bouw van de mansarde. De driezijdige erker uit de bouwplannen, werd bij de realisatie dan weer vereenvoudigd tot een drielicht en een ondiep balkon. Het houten schrijnwerk van de deur en de vensters is bewaard, evenals de smeedijzeren art-deco-balkonborstwering en het voortuinhek.
De plattegrond volgt de klassieke typologie van de burgerwoning, met een hoofdvolume en een lage achterbouw. Volgens de bouwplannen wordt de suite van salon, eetkamer en veranda op de begane grond, geflankeerd door de inkom, het trappenhuis en de keuken. Op de eerste verdieping bevinden zich twee slaapkamers, met een 'cabinet de toilette', een linnenkamer, een badkamer en een terras. Telkens drie kamers delen de tweede verdieping en de latere mansarde in.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1923#15024, 1923#15641 en 1933#43638.