Burgerhuis in beaux-artsstijl gebouwd in opdracht van de Brusselaar Louis Slagmeulders, naar een ontwerp van architect Gust. Claassens uit 1921.

Met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën, telt de rijwoning een souterrain en drie bouwlagen onder een plat dak. De compositie van de natuurstenen lijstgevel met de klemtoon op de brede zijtravee, weerspiegelt de indeling van het interieur. Afgelijnd door de puilijst, wordt de begane grond gemarkeerd door een driezijdige erker. Hierbij sluit een smeedijzeren balkon en een serliana aan, terwijl de opstand opvallend wordt bekroond door het omlijste drielicht met een maskerkop, rankwerk en een guirlande van de bovenste verdieping. De aan de Lodewijk XVI-stijl ontleende ornamentatie is overigens over het gehele gevelvlak doorgetrokken. Het houten schrijnwerk van de deur en de vensters is grotendeels bewaard; bij de verbouwing van begane grond en souterrain tot garage verdween het smeedijzeren voortuinhek.

De plattegrond volgt de klassieke typologie van de burgerwoning, bestaande uit een hoofdvolume en een lagere achterbouw, met de keuken in het souterrain. Volgens de bouwplannen werd de suite van salon, eetkamer en veranda met bovenlicht en terras op de begane grond, geflankeerd door de inkom, het trappenhuis en de office. De bovenverdiepingen omvatten telkens een voorkamer over de volledige breedte en een kleinere achterkamer, met de badkamer in de achterbouw.