Modernistische villa ontworpen door de architecten Jean Van Coppenolle en Samuel Gillès de Pélichy, die tussen 1959 en 1964 geassocieerd waren. De villa is gelegen op een ruim achterliggend perceel aan de Ahornlaan dat afhelt naar het zuidwesten.

De villa, ontworpen voor een gezin met vier kinderen, is kenmerkend voor het oeuvre van J. Van Coppenolle en S. Gillès de Pélichy. De architecten combineren een heldere open planopbouw en een elegante sobere vormgeving met een gevoeligheid voor contrasterende elementen en natuurlijk materiaalgebruik. De woning werd in 1965 gepubliceerd in het toonaangevende architectuurtijdschrift La Maison. Daarin werd ook verwezen naar de erg vooruitstrevende uitrusting met modern comfort zoals elektrische huishoudapparaten en verwarming met warme lucht.

De woning is opgebouwd uit twee orthogonaal op elkaar staande volumes in wit geschilderde baksteen, elk met een rechthoekig grondplan onder een zadeldak (oorspronkelijk zeer licht hellend). De architecten maakten op handige wijze gebruik van de natuurlijke helling van het terrein voor de toepassing van een split-level-oplossing. Het oostelijk gelegen volume telt twee bouwlagen en is deels ingegraven, het andere volume telt één bouwlaag. Beide volumes zijn met elkaar verbonden door een inkompaviljoen in glas (oorspronkelijk met plat dak).

Volgens de in La Maison gepubliceerde plannen bood het oostelijk volume op het gelijkvloers plaats aan een garage, een bureau, een speelkamer en een dienstbodekamer; op de bovenste verdieping aan de slaapkamers en badkamers. Het andere volume herbergt een grote woonkamer met open haard, de eetkamer, de keuken, een bureau, een vestiaire en sanitair.

Typisch voor het modernisme uit deze periode is het in elkaar overvloeien van binnen- en buitenruimte door het doortrekken van de in breuksteen uitgevoerde buitenste wand van de woonkamer naar het terras. Ook de twee in deze wand geïntegreerde open haarden met schoorsteen (in de woonkamer en op het terras) werden uitgevoerd in breuksteen. De toegangspaden, het terras aan de woonkamer (met kleine waterpartij) en de vloerbedekking in de leefruimtes en de inkomhal werden eveneens uitgevoerd in natuursteen. Waar de buitengevels van de woning volledig witgeschilderd zijn wordt in het interieur een natuurlijk en warm materiaalgebruik vooropgesteld: de muren werden uitgevoerd in zichtbaksteen, de zolderingen in hout (sapin rouge). Wat de vormgeving betreft is ook het contrast tussen volledig beglaasde wanden (zoals aan de woonkamer) en eerder gesloten gevelpartijen exemplarisch. Het schrijnwerk is in aluminium.

In 2000 werd omwille van vochtproblemen een bouwaanvraag ingediend voor het verhogen van de licht hellende zadeldaken en het aanbrengen van een piramidedak op de inkompartij (uitgevoerd). Aan de raamindeling en het grondplan werden geen wijzigingen aangebracht.