Villa met kenmerkende toren, wellicht gebouwd in het begin van de 20ste eeuw (kadastrale situatie onduidelijk). De villa is ingeplant op een perceel van ongeveer 13 are aan de Boesdaallaan. Het terrein helt af van west naar oost.

Witgeschilderde en bepleisterde baksteenbouw op een plint in breuksteen, met kenmerkende toren op een 8-hoekige basis onder een spits geknikt tentdak. Halfondergrondse kelderverdieping, twee volwaardige bouwlagen en een derde verdieping onder het dak (volwaardige verdieping in de toren). Typische uitwerking met venstertraveeën in risaliet en een combinatie van lijst- en puntgevels. Kroonlijsten met modillons, een erker met balkon (achtergevel) en een complexe dakenstructuur (bedekt met grijze leien). Verticale accentuering door smalle hoge raamopeningen en tweeledige vensters; op de eerste en tweede verdieping licht getoogd, op de derde verdieping rondboogvormig. Lekdorpels in blauwe hardsteen en grotendeels bewaard schrijnwerk. De gevel is versierd met steekboogvormige waterlijsten met voluutvormige sluitstenen, doorlopende waterlijsten en een doorlopend hoofdgestel.

Een latere aanbouw aan de oostzijde van de villa werd recent afgebroken, alsook de luifel die de inkom markeerde. Aan de westzijde is voorzien in een nieuwe uitbreiding in eigentijdse stijl, ontworpen door architect Marc Corbiau.