Goed bewaard pand met markante gevel op de hoek met de Diepestraat. De eerste bebouwing op deze locatie wordt kadastraal geregistreerd in 1904. Een verbreding tot de huidige bouwbreedte vindt plaats in 1906 en in 1911 wordt het pand naar achter toe verlengd.

Op 5 maart 1946 werd door Theodore Hanssens-Vastiau, Kringweg 24 te Dworp, een bouwaanvraag ingediend voor het wijzigen van de voorgevel en de benedenverdieping van het bestaande café. De huidige voorgevel wijkt op de eerste en tweede verdieping qua ornamentiek en gebruikte materialen enigszins af van het voorgestelde ontwerp. Theo Hanssens-Vastiau was een geuzebrouwer uit Dworp, die in 1929 de brouwerij van zijn vader, Bartholomeus Hanssens, overnam. Het bedrijf bestaat vandaag de dag nog steeds en wordt voortgezet door de vierde generatie.

Dubbelhuis met onregelmatige travee-indeling en drie bouwlagen onder pannen zadeldak (nok parallel met de straat, mechanische pannen), met bewaarde houten kroonlijst op consoles.

De traveeën van de benedenverdieping zijn als het ware verschoven ten opzichte van die van de bovenliggende verdiepingen, dit ten gevolge van de vergroting van het café in 1946. Aanvankelijk was op de benedenverdieping links een dubbele deur met daarachter de 'inrij'. In 1946 werd deze geïncorporeerd in de gelagzaal van het café.

De lijstgevel heeft een parement van rode baksteen (volgens de plannen ten dele 'plaketbaksteen Kessels') dat op de verdiepingen verlevendigd wordt door geometrische patronen uitgevoerd in witte, geglazuurde baksteen, op een plint in natuursteen (volgens de plannen 'klein graniet').

De benedenverdieping is symmetrisch opgevat. Een centrale vleugeldeur, zoals ook te zien op de plannen uit 1946, wordt geflankeerd door brede, rechthoekige vensters met bewaard, verzorgd schrijnwerk met typerende bovenlichten, met centraal verwerking van art-decogetint glas in lood met florale motieven. Boven de vleugeldeur is een met cement afgewerkte band te zien, waar volgens de plannen het opschrift "'t Brouwershuis" was aangebracht. Een betonnen puilijst lijnt de benedenverdieping af.

De eerste en tweede verdieping tellen vier traveeën, één blinde travee links, gevolgd door drie gelijkaardige venstertraveeën met rechthoekige vensters met ijzeren lateien met typische rozetbouten, op de eerste verdieping rustend op hardstenen consoles en onder een steekboogvormige ontlastingsboog met hardstenen sluitsteen.