Zeer diep, haaks op het hellende perceel ingeplante villa, volgens bouwaanvraag van 1939 naar een ontwerp van architect Delville (Raphaël) voor Marcel Guisset. Delville ontwerpt in deze periode zowel dit soort landelijke villa's als zijn opmerkelijkste realisaties in internationale stijl, waaronder bijvoorbeeld de in 1995 door het Brussels Gewest als monument beschermde woning Genicot in Ukkel.
De villa werd in 1941 gepubliceerd in het tijdschrift L'art de Bâtir. Daarin wordt de architect geroemd om zijn durf om in een aantal realisaties, waaronder ook een woning voor de orgelcomponist Male(i)ngreau, een convexe of concave gevel te gebruiken en zo de woning optimaal te bezonnen of visueel te focussen op een bepaald punt. Algemeen wordt de aandacht die hij schenkt aan de integratie van zijn landhuizen en villa's in het landschap en het belang dat hij hecht aan de relatie met de tuin gewaardeerd.
Volgens de plannen bij de bouwaanvraag geeft de inkomhal met vestiaire, decentraal links in de zuidgevel, toegang tot een afzonderlijke ontbijtkamer links vooraan, die in verbinding staat met de keuken achter de hal. In de hoek links achteraan, tussen keuken en ontbijtkamer, bevindt zich nog de wasplaats. Rechts van de inkomhal ligt de 'repas' of eetkamer met aansluitend de living ('vivior') met halfronde uitbouw aan de oostzijde en 'coin au feu'. De open trap is achteraan in de eetkamer gesitueerd. Aldus kunnen alle leefruimten eigenlijk optimaal genieten van bezonning dankzij de bandvensters in de concave zuidgevel en worden dienstvertrekken en circulatieruimte aan de noordkant gesitueerd. Op de verdieping bevonden zich de kamer van het kindermeisje en de 'nursery', de logeerkamer en de grote slaapkamer met inloopkleedkast en dakterras, naast twee badkamers. Heden okergeel bepleisterd volume van twee bouwlagen met onregelmatige travee-indeling onder flauw hellend, overkragend schilddak. Aan de straatzijde garage in het souterrain, waaronder zich volgens de bouwplannen ook nog een kelder bevindt.
Opvallende concave voorgevel (zuidgevel) en parallelle convexe achtergevel. Horizontaliserend effect op de verdieping door aaneengesloten (band)vensters met verwerking van vlakken breuksteen en aaneengesloten lekdrempels. Gelijkaardige overhoekse vensterpartij op de benedenverdieping, waarin ook de voordeur zit verwerkt, met brede, nu donkergrijs geschilderde, doorlopende vlakke omlijsting. Schrijnwerk bewaard of vernieuwd naar het oorspronkelijke uitzicht, zo ook de garagepoort.
- Gemeentearchief Sint-Genesius-Rode, Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening, bouwaanvragen 29.09.1939.
- POIRIER P. 1941: Villas de l'Architecte R. Delville, L'Art de Bâtir 2.5, 16-18.
- VAN LOO A. 2003: Repertorium van de architectuur in België, van 1830 tot heden, Antwerpen, 252.