erfgoedobject

von Karman Instituut

bouwkundig element
ID
213773
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/213773

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed von Karman Instituut
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed von Karman Instituut
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Opvallend industrieel complex met een brede voortuin en oprijlaan, in 1920 opgericht als het "Laboratoire Aerotechnique de Belgique" en nu het "von Karman Institute for Fluid Dynamics", een onderzoeks- en opleidingsinstelling die internationale faam geniet.

Geschiedenis

In de jaren na de Eerste Wereldoorlog is het prille domein van de luchtvaart in België in volle expansie, gesteund door koning Albert I. Tal van organisaties en instellingen zien in deze periode het levenslicht. De eerste wetgeving op het beheer en de regeling der luchtvaart komt in 1919 tot stand. De luchtvaart behoort dan nog tot het Ministerie van Landsverdediging. Pas in 1925 zal de burgerlijke luchtvaart worden ondergebracht bij het Ministerie van Spoorwegen, Posterijen, Telegrafen en Luchtvaart, een voorloper van de huidige Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.

Volgens gegevens uit de literatuur wordt bij Koninklijk Besluit van 20 september 1920 in Sint-Genesius-Rode het "Laboratoire Aerotechnique de Belgique" opgericht, onder impuls van luchtvaartpionier en ingenieur Emile Allard, de directeur van de "Service Technique de l'Aeronautique". Allard was tot 1930 de eerste directeur van het laboratorium en de administratie van de "Service Technique de l'Aeronautique" werd op de site gehuisvest.

In 1922 registreert het kadaster de verkoop van een grond, gelegen in "Boesdael", in handen van de erfgenamen van de weduwe Hermina Octavia Weber, een rentenierster uit Brussel, aan de Belgische Staat. In 1927 wordt de grond omschreven als bouwland en wordt er nieuwe bebouwing geregistreerd. Het gaat om de grote loods met gebogen dak aan straatzijde links op het terrein, de bescheiden woning rechts vooraan op het terrein en drie kleine bijgebouwen meer achterin. De loods en de bijgebouwen worden als "werkhuis" aangeduid, de woning als "huis van den bewaker van het oefenplein" en het terrein zelf als "oefenplein".

In de grote loods was een grote windtunnel voor lage snelheid van het type Eiffel ondergebracht, naast kantoren en werkplaatsen. Bij de bouw van de windtunnel betrok Emile Allard zijn oud leerling Alfred Renard, een andere pionier van de Belgische luchtvaartindustrie en een vliegtuigontwerper, die onder andere samenwerkte met de firma Stampe en Vertongen, maar die ook zijn eigen bedrijven had.

Eén van de bekendste wetenschappers, die in de beginjaren van het laboratorium door Emile Allard werden aangetrokken was Nicholas Florine, een wiskundige en ingenieur van Russische afkomst. Florine was gepassioneerd door helikopters. In oktober 1933 werd op het "oefenplein" voor de grote loods een recordvlucht uitgevoerd met een helikopter met dubbele rotor naar zijn ontwerp, de Florine Type II. Een gedenkplaat uit 1993 links aan het einde van de oprijlaan herinnert hieraan.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog liep het complex, dat een tijd door de Duitsers bezet werd, schade op, onder meer aan de grote windtunnel. Op de begroting van 1948 trok het toenmalige "Bestuur der Luchtvaart" dan ook de nodige middelen uit voor het "programma der wederuitrusting" van het "Aerotechnisch Laboratorium", met volgende motivatie "ten einde de Belgische ingenieurs en zoekers in de gelegenheid te stellen en hun kennis op het peil der wetenschap te houden en tot de ontwikkeling der luchtvaart bij te dragen". Er wordt voorzien in windtunnels, labo's voor "materiaalbeproeving" en fotografie en in werkplaatsen.

Volgens de website van het instituut werd in 1949 inderdaad een nieuw gebouw opgetrokken, dat onder meer plaats bood aan een supersonische windtunnel. Het gaat hier vermoedelijk om het laboratorium in internationale stijl dat rechts van de grote loods gelegen is. Op het kadaster wordt dit gebouw pas geregistreerd in 1972, maar qua uitzicht hoort het in een vroegere periode thuis. Mogelijk zorgde de bestemming als staatseigendom ervoor dat er pas in 1972 een volledige registratie gebeurde.

Een volgende fase in de geschiedenis van het instituut begon in 1956. De "Advisory Group for Aeronautical Research and Development" (AGARD) van de NAVO, met voorzitter Theodore Von Karman, was op zoek naar een geschikte locatie om een onderzoeksinstelling op het vlak van aerodynamica op te richten, die de internationale uitwisseling op het vlak van deze technieken moet bevorderen. Het ernstige tekort aan gespecialiseerde technische krachten binnen de NAVO werd als cruciale factor genoemd om deze instelling snel op te richten. Door een overeenkomst, ondertekend in oktober 1956, tussen ons land en de Verenigde Staten, werd het "Training Centre in Experimental Aerodynamics" opgericht en ondergebracht op de site van het Aerotechnisch Laboratorium in Rode. Theodore von Karman werd voorzitter van het instituut, dat na zijn dood in 1963 naar hem genoemd werd.

In het "von Karman Instituut voor Vloeistofdynamica", zoals de instelling vandaag heet, worden gespecialiseerde onderzoeksopdrachten uitgevoerd en worden postuniversitaire opleidingen gegeven. Het instituut zou naar verluidt op wereldvlak uniek zijn door het grote aantal verschillende installaties dat op één site voorkomt. Verder heeft het Instituut de grootste windtunnel voor lage snelheid in ons land, onder andere gebruikt door topwielrenners als de tourwinnaar Cadel Evans. Een andere unieke installatie is de zogenoemde "Long shot" waar snelheden tot mach 14 kunnen worden opgewekt.

Beschrijving

Het meest in het oog springende gebouw op de site is de loods met het gebogen dak, die kadastraal geregistreerd werd in 1927. Van dit gebouw bleef een oude postkaart bewaard en het is te zien op de foto's van de proefvluchten met de "Florine Type II". De nu grotendeels beglaasde voorgevel was indertijd voorzien van twee indrukwekkende poorten.

De art-decogetinte loods telt vijf traveeën onder een gebogen dak, aan weerszijden afgelijnd door kolossale pilasters. De gevel heeft hier drie horizontale geledingen. Op de benedenverdieping zijn rechthoekige deur- en poortopeningen te zien. De volgende laag is één groot glasvlak, onderverdeeld in rechthoekige ruiten, verticaal geleed door smalle, vlakke muurdammen, die ook in het bovenste, gebogen gevelvlak worden doorgetrokken. Volgens de oude foto's was dit gebogen gevelvlak van ramen met rechthoekige ruiten voorzien. Mogelijk werden deze dichtgepleisterd. De gelijktijdig opgetrokken flankerende zijvleugels van drie traveeën en twee bouwlagen (links aanvankelijk slechts één) worden verticaal geleed door verdiepte vensterregisters. Het geheel is witgepleisterd.

Het gebouw kreeg na de Tweede Wereldoorlog een nieuwe bestemming en er werd een verdieping ingebracht. Op de benedenverdieping zijn er laboratoria ondergebracht, op de verdieping bevindt zich nu de cafetaria van het instituut. De loods is via een luchtbrug verbonden met een tweede gebouw aan de rechterzijde, in internationale stijl, met platte daken, veel glas, stalen schrijnwerk en witgepleisterde buitenmuren. In dit gebouw is momenteel de grootste windtunnel voor lage snelheid ondergebracht. Zoals hoger aangehaald kwam dit gebouw vermoedelijk in 1949 tot stand.

Rechts vooraan op het terrein is nog een bescheiden, cottage-getinte wachterswoning onder mansardedak ingeplant, het "huis van den bewaker van het oefenplein", dat in 1927 kadastraal geregistreerd werd.

  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, mutatieschetsen Sint-Genesius-Rode, afdeling 2, 1927/262, 1972/68.
  • HALLEUX R. & XHAYET G. 2007: La liberté de chercher: Histoire du Fonds National Belge de la Recherche, Luik, 85. Raadpleegbaar via Google Books.
  • MAZIERS M. 2002: Cela c'est passé près de chez vous: Rhode reprend son souffle, Ucclensia 191, 23-28.
  • MAZIERS M. 2002: Cela c'est passé près de chez vous: Rhode reprend son soufflé (suite), Ucclensia 192, 21-24.
  • Informatie van de heer Kris Vanderhauwaert, 10 september 2014.

Auteurs: De Houwer, Veerle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: von Karman Instituut [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/213773 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.