Op het hoekperceel van de Steenweg op Mol en de Parklaan zijn twee bunkers uit de Eerste Wereldoorlog aanwezig. Er is een kleinere, ondergrondse bunker en een grote bovengrondse. Ze maken deel uit van de "Stellung Antwerpen-Turnhout". De grote "bunker 126" is de enige overblijvende afwachtingsbunker voor mitrailleurschutters die van deze stelling overblijft. De betonnen vuurkam op de bunker is uniek.
Historiek
De Duitse inlichtingendienst verwittigde vanaf begin 1916 voor een geallieerde landing in Nederland. Men bereidde zich hierop voor door de uitbouw van versterkingen in België tegenover de Nederlandse grens. Deze bunkerlinie liep vanaf het Zwin tot aan Oud-Turnhout vlakbij Corsendonk. Het gedeelte langs het kanaal Dessel-Schoten tot in Corsendonk werd de "Stellung Antwerpen-Turnhout" genoemd. Bunker 126 behoort tot deze stelling, en meer bepaald tot het "Bruggenhoofd Steenweg op Mol". Voor de uitbouw van deze linie werden standaardtypes ontworpen, die hier strikt werden gevolgd. De bunkers werden gebouwd in de eerste helft van 1917 door de Duitse Genie met opgeëiste Belgische werkkrachten. In de zomer van 1917 was alles klaar; een geallieerde landing bleef echter uit. Op het einde van de Eerste Wereldoorlog werd de bunkerlinie door het Duitse leger verlaten zonder dat er ooit gevochten werd.
Beschrijving
Bruggenhoofd Steenweg op Mol bestaat uit zes bunkers langs de Steenweg op Mol in Turnhout, genummerd van nummer 122 tot 127. Enkel bunker 126 bleef hiervan over. Nummers 122 tot 124 stonden aan de noordkant van de steenweg, de andere aan de zuidkant. De nummering van de bunkers is niet de originele Duitse nummering; deze werd nog niet in de archieven teruggevonden. De nummering die de Simon Stevinstichting gebruikt is afkomstig van de Service Technique du Genie: Bâtiments Militaires, Direction de la Province d’Anvers, Colonel Badoux, Directeur.
Bunker 126 is een bunker van type I, een afwachtingsbunker voor mitrailleurschutters. De bunker is grotendeels bovengronds uitgebouwd en heeft een bijna vierkant grondplan, met twee tegenover elkaar liggende, met een doorgang verbonden ingangen aan de achterzijde, en twee rechthoekige kamers. Dit type is uitgevoerd in gewapend beton, met als bewapening beton, profielijzer of rails. De wanden zijn aan voorzijde een meter breed en aan de achterzijde een halve meter. De dikte van de dekking is tussen de 60 en 80 centimeter. De twee toegangen werden afgesloten met houten tweeledige deuren.
Opmerkelijk bij bunker 126 is de “vuurkam”, een driehoekige betonnen kraag op het dak waaraan zandzakjes werden vastgemaakt. Achter deze vuurkam werd een mitrailleur geplaatst, met als voordeel dat men hierdoor een hoger gelegen schootsveld kreeg. Op geen enkele andere bunker uit de Stellung Antwerpen-Turnhout werd dergelijke vuurkam teruggevonden.
- MELIS G. & PHILIPPART F., Dossier Turnhout: Antwerpen-Turnhout Stellung Bunker 126, onuitgegeven nota van de Werkgroep Moderne Fortificatie van het Simon Steven VV Centrum vzw, 2010.