In het kasteeldomein Ter Laken, langs de Hofdreef nummer 3, is een villa in cottagestijl gelegen in een ruime, beboomde tuin met vijver. De woning werd gebouwd rond 1928 door Hervé de Gruben, erfgenaam van het kasteeldomein. Alfons Louis Marie de Gruben de Turck de Kersbeek, de toenmalige eigenaar en erfgenaam van het kasteeldomein.

HISTORIEK

Het kasteeldomein Ter Laken is gelegen in het centrum van Booischot en bestaat uit een groot landschapspark met diverse oude eiken en een indrukwekkende toegangsdreef afgezoomd met linden, de Hofdreef genaamd. De historiek van het kasteeldomein gaat terug tot in de 14de eeuw. Vanaf de 17de eeuw is de heerlijkheid Ter Laken in handen van de familie della Faille. Als Alfons della Faille de Levergem het domein erft in 1868, laat hij het bestaande kasteel heropbouwen in een eclectische, neorenaissancistische stijl door architect Jozef Claes. Dit kasteel is centraal in het huidige kasteeldomein gelegen. De bijgebouwen op het kasteeldomein dateren ook van deze bouwperiode: een kasteelhoeve op nummers 4-8, een boswachterswoning op nummer 5 en een tot "Boskapel" omgebouwde ijskelder ten zuidoosten van het kasteel. Deze gebouwen zijn net als het kasteelpark beschermd als monument.

Kasteelheer Alfons della Faille de Levergem is de eerste burgemeester van Booischot tussen 1836 en 1842. Na zijn overlijden in 1879 komt het domein in handen van zijn dochter Valérie, die huwde met Edmond de Turck de Kersbeek. Hun dochter Marguerite huwde met baron Alfons Louis Marie de Gruben, die het volledige domein Ter Laken rond de eeuwwisseling erfde. In 1928 liet hun zoon Hervé de Gruben op een perceel ten westen van de Hofdreef een villa met lusttuin bouwen.

BESCHRIJVING

In een grote, beboomde tuin gelegen villa in cottagestijl. Rode baksteenbouw met hardstenen plint gevat onder leien bedaking. De villa heeft een grosso modo rechthoekige plattegrond, met aan elke zijde diverse uitbouwen voor erkers en loggia's. De woning heeft de typische kenmerken uit de cottagestijl. Er zijn de licht overkragende geveltoppen in voor-, achter- en zijgevels die versierd zijn met pseudo-vakwerk uitgevoerd in cementering. Er is het rijke gebruik van hout voor erkers, terras aan achtergevel en groot venstervlak in houten vakwerk in de achtergevel. Het sterk overkragende dak en de grote luifel aan de voordeur horen tevens tot het stijlassortiment van de cottages. De muuropeningen zijn divers vormgegeven, en kregen allemaal een gaaf bewaarde fijne houten roedeverdeling. Rechthoekige vensteropeningen, boven gevat in het pseudo-vakwerk. Korfbogige, brede deuropening aan zuidzijde, toegankelijk via hardstenen treden.

De woning is als een dubbelhuis ingedeeld, met een centrale hal met trappenhuis, rechts salons met aan tuinkant een terras, links een pomphuis en keuken, achteraan een eetkamer. Interieurelementen als betegeling van de keukenwanden, pompsteen, parket en marmeren schouwen zijn bewaard.