erfgoedobject

Handelsgebouw Gérard Koninckx Frères

bouwkundig element
ID
213824
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/213824

Juridische gevolgen

Beschrijving

Handelsgebouw in art deco opgetrokken in opdracht van de Établissements Gérard Koninckx Frères (GFK), naar een ontwerp van de architecten Alfred en Donald Portielje uit 1935. Deze groothandel in exotisch fruit, met op dat moment vestigingen in Aalst, Antwerpen, Brussel, Brugge, Charleroi, Gent, La Louvière, Luik, Mechelen, Oostende, Doornik, Valencia, Duinkerke en New York, importeerde vooral citrusvruchten uit Spanje, en bananen uit Belgisch Congo. Het nieuwe gebouw van de Antwerpse vestiging, die minstens sinds 1919 een pand aan de Verversrui 17-19 betrok, werd ingeplant op de hoek van de Zeevaartstraat en de Ankerrui. Het perceel behoorde tot de gronden die na de bouw van de Waaslandtunnel (1931-1933), door de Intercommunale Maatschappij van den Linker Scheldeoever (IMALSO) waren herverkaveld. Op deze goed voor het verkeer ontsloten locatie aan de rand van het oude havengebied, vestigden zich kort na elkaar drie van de belangrijkste Belgische fruitimporteurs: behalve Gérard Koninckx Frères, de firma’s Fruit Brokers Company Spiers & White (Zeevaartstraat 2-4) en Léon Van Parys. Gezamenlijk richtten zij hier vervolgens ook een veilinggebouw op, de Belgische Fruitbeurs.

Het vrij sobere gebouw is ontworpen in een zakelijke stijl, die zijn art-decokarakter vooral ontleend aan de klassiek symmetrische opbouw, de typische detaillering van het lijstwerk, en het fraaie smeedijzer van de deuren. Opvallend voor deze architectuur is de aandacht voor de publicitaire uitstraling, met het uitvergrote GFK-logo tussen vlaggenmasten als bekroning van de hoekpartij, geflankeerd door de firmanaam Gérard Koninckx Frères uitgevoerd in losse metalen letters. Dit aspect komt meer expliciet tot uiting in de twee belangrijkste vestigingen van GFK in Brussel, twee handels- en appartementsgebouwen respectievelijk ontworpen door architect Eugène Dhuicque in 1927 (Oude Graanmarkt 7-11) en door E. De Boelpaepe in 1935 (Ieperlaan 34-36). Beide monumentale art-decopanden onderscheiden zich in het straatbeeld door een geïntegreerd geveldecor van sinaasappel- en bananenmotieven. Het clientèle van Portielje tijdens het interbellum behoorde in Antwerpen, net als dat van Dhuicque en De Boelpaepe in Brussel, tot de gegoede burgerij en de bedrijfswereld, met vooral opdrachten voor handels- en bedrijfscomplexen, appartementsgebouwen en privé-woningen in een eerder behoudend stijlenjargon. Het GKF-gebouw kwam tot stand kort na de ontbinding van zijn associatie met architect Jan De Braey.

Opgetrokken met een structuur van gewapend beton rustend op een paalfundering, onderscheidt de voorgevel zich door een levendig parement met kleur- en materiaalcontrasten. Oranjerode baksteen wordt gecombineerd met witte natuursteen voor de erkerpartijen, en blauwe hardsteen voor de pui, de vensteromlijstingen en de daklijst. De compositie vertoont een nagenoeg symmetrische, axiale opbouw met de klemtoon op de afgeronde hoekpartij, die iets hoger is opgetrokken ten behoeve van het firmalogo. Het centrale portaal onder een korte luifel vormt de inkom tot de verkoopruimte op de begane grond, waarvan de pui is opengewerkt door twee garagepoorten met rolluiken. Een tweede portaal uiterst links geeft toegang tot de inkomhal en het hoofdtrappenhuis, dat naar de de kantoren op de bovenverdiepingen leidt. In de bovenbouw geopend door twee- en drielichten, markeren twee brede rechthoekige erkers de hoofdverdieping met de directiekantoren. De diensttrap aan de zijde van de Ankerrui wordt aangegeven door een hoger oplopend en volledig beglaasd traplicht, een verticaal accent dat de symmetrie van de gevel doorbreekt. Opvallend in de pui zijn het decoratieve smeedwerk van de deuren en bovenlichten, opgebouwd uit achthoeken en spiraalmotieven, en de vulling van de zijlichten met gebogen glasstenen. Van de vlaggenmasten resten slechts de consooltjes.

Volgens de bouwplannen omvat de plattegrond een open verkoophal of magazijn op de begane grond, met opslagplaatsen in de kelder. Op de eerste verdieping wordt de straatzijde ingenomen door de raadzaal, de vijf directiekantoren en de verzending, met in het binnenblok het grote bediendekantoor met ontvangstbalie en de boekhouding onder een centraal bovenlicht. Een tweede gordel kantoren, geflankeerd door het archief en de conciërgewoning, neemt de tweede verdieping in. Nog tijdens de bouw werd deze vleugel verlengd, en werd een archiefruimte op het dak toegevoegd. In 1959 onderging het interieur van de bovenverdiepingen grondige herinrichtingswerken naar een ontwerp van architect Joseph Willems. Van het oorspronkelijke interieur resten vandaag nog de inkomhal en het hoofdtrappenhuis met een wand- en vloerbekleding in marmer, vermoedelijk de twee grote directiekantoren in de hoekpartij met een lambrisering, inbouwkasten en een zoldering in hout, en delen van het sanitair. Ook de beglaasde staalstructuur van het centrale bovenlicht is bewaard.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 18#2895, 18#4725, 18#7585 en 18#40179.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Handelsgebouw Gérard Koninckx Frères [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/213824 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.