erfgoedobject

Dominicanerklooster

bouwkundig element
ID
213951
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/213951

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Dominicanerklooster
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Centraal in het bouwblok tussen de Provinciestraat, Copernicusstraat, Lange Kievitstraat en Ploegstraat, is het klooster van de dominicanen gelegen dat hoort bij de Sint-Dominicuskerk in de Provinciestraat. De hoofdingang tot het klooster bevindt zich in de Ploegstraat en bestaat uit twee panden, waaronder een huis dat behoorde tot de koekjesfabriek De Beukelaer. Achter deze voorhuizen bevindt zich het kloostercomplex, dat bestaat uit drie in U-vorm opgebouwde kloostervleugels. Vanuit deze kloostervleugels is er toegang tot de kerk, die haaks op het kloostercomplex gebouwd is. Het klooster bevindt zich vlakbij het Centraal Station en kijkt vanuit de Ploegstraat uit op de muren van de Zoo van Antwerpen.

Het kloostercomplex werd gebouwd in 1912-1913 naar ontwerp van de Leuvense architect Louis Corthouts, daarbij nauw opgevolgd door pater Raymond Biolley. De kerk in de Provinciestraat werd in 1925 gebouwd. Vóór de Eerste Wereldoorlog tekenden dezelfde ontwerpers plannen voor de kerk. Het is echter architect Frans Mertens die voor het ontwerp van de uitgevoerde kerk zorgde. In 1959 werd het klooster uitgebreid door de aankoop van het burgerhuis in de Ploegstraat, dat sindsdien deel uitmaakt van het kloostercomplex. Deze woning werd in 1910 gebouwd als deel van een symmetrisch ensemble van drie panden.

Historiek

Sinds de Franse Revolutie hadden de dominicanen geen huisvesting meer in Antwerpen. In 1905 viel de beslissing om er opnieuw een klooster te bouwen. Vanaf 1907 werden gronden en panden aangekocht langs de Provinciestraat, op een bouwblok waar vanaf de jaren 1870 ook de koekjesfabriek De Beukelaer zich vestigde. Eind 1907 verhuisden de paters naar de aangekochte panden; een kapel was toen nog in aanbouw. Louis Corthouts, de huisarchitect van de dominicanen, tekende de ontwerpen voor het klooster, met ingang vanuit de Ploegstraat. Pater Raymond Biolley volgde de ontwerpen van de kloostergebouwen nauw op, als verantwoordelijke voor het patrimonium van de dominicanenorde. In naam van pater Henri Joseph Schmitt diende Corthouts in 1910 een bouwaanvraag in, die verviel omdat men niet op tijd begon met de bouw. In 1912 werd een tweede bouwdossier ingediend, voor de bouw van een klooster en een kerk, op basis van aangepaste plannen, gevolgd door een afzonderlijke bouwaanvraag voor een washuis met kippenhok in de tuin. Aannemers Renoir (Orp-le-Grand) werden gekozen voor de uitvoering van de bouw van het klooster. De eerste steenlegging vond plaats op 2 augustus 1912; in februari 1913 was het afgewerkt. De bouw van de kerk werd uitgesteld en zou pas in 1925-1926 gerealiseerd worden. In 1959 werd het rechts aanpalende huis in de Ploegstraat aangekocht, een woning die werd gebouwd voor de koekjesfabriek in 1910.

Beschrijving

Het klooster dat in 1912-1913 werd gebouwd heeft een voorhuis met inkom in de Ploegstraat, waarachter zich twee kloostervleugels bevinden. Rechts naast het voorhuis van het klooster in de Ploegstraat, bevindt zich een tweede woning die sinds 1959 bij het klooster hoort, maar oorspronkelijk gebouwd werd voor de koekjesfabriek De Beukelaer in de straat.

Voorhuis in de Ploegstraat

Het voorhuis bestaat uit een hoofdgebouw van drie traveeën en drie bouwlagen op souterrain, met links aansluitend een poorttravee van drie bouwlagen, beide gevat onder platte bedaking. De architect koos voor deze gebouwen een sobere baksteenbouw, aansluitend bij de industriële gebouwen die begin 20ste eeuw het straatbeeld bepaalden.

Het ontwerp dat Corthouts in 1910 voor het klooster tekende was uitgewerkt in een rijker versierde neogotische stijl. Voor het uiteindelijke ontwerp werd alle ornamentiek weggelaten, met uitzondering van de accentuering van de kroonlijst door siermetselwerk met uitstekende pilasters waarop oorspronkelijk ook een metalen hekwerk werd voorzien.

Het hoofdgebouw is opgetrokken in donkerrode baksteenbouw met gebruik van natuursteen voor plint, onderdorpels, muurbanden en detaillering. Het poortgebouw is uitgevoerd in een iets donkerder baksteen en kreeg witte sierbanden in de gevel. Rechthoekige muuropeningen onder rechte natuurstenen lateien (poort met ijzeren latei); de bovenvensters en de poortopening kregen boven de latei een gemetselde ontlastingsboog. Boven de poort, in de linker travee, per drie gekoppelde vensters met bakstenen tussenzuilen.

De functioneel vormgegeven achter- en zijgevels zijn eveneens in rode baksteen opgebouwd, doorbroken door brede rechthoekige vensteropeningen onder ijzeren lateien; gebruik van natuursteen voor accenten als hoekneggen aan de vensters, muurbanden en omlijsting van de segmentbogige kelderopeningen. Het schrijnwerk is bewaard; fraaie houten voordeur. Het interieur is sober, maar verzorgd. Op het gelijkvloers onder meer terrazzovloeren en houten deuren in pitch-pine.

Klooster

Het volledig inpandige klooster bestaat uit drie vleugels rond een rechthoekige binnenkoer. Vanop de openbare weg is dit klooster niet zichtbaar. Het is te bereiken via het toegangsgebouw in de Ploegstraat. Dit omvat een portiersloge en spreekkamers op de begane grond, kantoren, een bibliotheek en studiezaal op de eerste, en kamers op de tweede verdieping. Een spitsboogdeur op het einde van de lange gang verbindt het voorhuis met de noordoostelijke hoek van het kloostercomplex, en geeft uit op een pandgang die in L-vorm door de kloostervleugels loopt en de gemeenschapsruimtes op de begane grond verbindt.

Centraal is er het trappenhuis, ten noorden daarvan de vergader- en kapittelzaal, ten westen speelzaal, schotelhuis, keuken en ruime eetzaal. De oostelijke vleugel bevat een koer en een doorgang naar de ten zuidoosten aansluitende kerk. Op de verdiepingen bevinden zich respectievelijk twaalf en tien kloostercellen, een twee bouwlagen hoge bibliotheek en een ziekenboeg.

De kloostergebouwen zijn opgetrokken in een donkerrode baksteenbouw onder platte bedaking, met vloeren van beton. De gebouwen kennen een sobere, traditionele stijl zonder uitgesproken stijlelementen. De bakstenen lijstgevels van het klooster zijn zeer sober, met een kroonlijst die net als bij de voorgevel door siermetselwerk is geaccentueerd. De rechthoekige, met ijzeren latei afgewerkte vensteropeningen zijn gevat in verticale, verdiepte muurvelden die de traveeën afbakenen. Een opmerkelijk element is de pandgang, met spitsgewelven die evenwel niet dragend zijn.

Burgerhuis in Ploegstraat

In de Ploegstraat is een tweede pand aanwezig dat bij het klooster hoort (nummer 27). Het is een burgerwoning ontworpen in 1910 in opdracht van Edward De Bie, beheerder der De Beukelaer's fabrieken. De woning werd samen met twee sterk gelijkende panden in een symmetrisch ensemble gebouwd, met centraal een iets hogere, meer versierde woning. Dergelijke groepsbouw is typerend voor de woningbouw in de eind-19de- of begin-20ste-eeuwse wijken in Antwerpen, waar investeerders vaak groepsbouw realiseerden.

De huidige woning op nummer 27 is de linker woning van de groep, en de enige van het ensemble dat overblijft. De woning is opgetrokken in een sobere eclectische stijl, aansluitend bij de aanpalende fabrieksgebouwen van De Beukelaer. Het is een woning van drie traveeën en drie bouwlagen onder plat dak. De bakstenen gevel kent een klassieke opbouw, met een houten kroonlijst, hardstenen plint, regelmatig geplaatste getoogde muuropeningen, cordonlijsten en doorlopende onderdorpels. Rood bakstenen parement met gebruik van natuursteen voor detaillering als cordons, muurbanden en sluitstenen. Bewaard schrijnwerk, met een opvallende, fraaie dubbele voordeur met verzorgd hekwerk.

Ook de plattegrond van deze woning is klassiek opgebouwd, met achter de deur in de linker travee een gang die de enfilade van drie kamers in de twee venstertraveeën verbindt. Achteraan, een koer en een achterbouw. In tegenstelling tot de sobere gevel, werd het interieur rijk aangekleed in verschillende neostijlen, met gestucte plafonds, een traphal met marmeren lambriseringen, vloer en trap, cementvloeren, marmeren schouwen.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers, 1910#1018 (huis De Beukelaer), 1910#2290, 1912#1257 en 1912#1753 (klooster).
  • VAN DEN BORNE S. 2011: Voormalig Dominicanerklooster Ploegstraat Antwerpen. Bouwhistorische studie, onuitgegeven nota, VZW Welzijnszorg Provincie Antwerpen.

Auteurs: Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is gerelateerd aan
    Parochiekerk Sint-Dominicus

  • Is deel van
    Ploegstraat


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Dominicanerklooster [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/213951 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.