Teksten van Villa De Proost met ommuurde tuin

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/214002

Villa De Proost met ommuurde tuin ()

Ten oosten van de dorpskern van Rillaar gelegen neotraditionele villa met aansluitende neogotische kapel. De villa werd kadastraal geregistreerd in 1897, met verbouwingen in 1898 en 1912, en gebouwd door Jan De Proost, onderpastoor van Elsene. De villa is gelegen in een ruime ommuurde tuin van 84 are, die deels uit lusttuin en deels uit moestuin bestaat.

De neotraditionele villa

Het betreft een bakstenen gecombineerd diep- en breedhuis van vier traveeën en twee bouwlagen. Dit onder een zadeldak met leien, getrapte dakkapel. Gecombineerde lijst- en trapgevel met schouderstukken en overhoeks topstuk (derde en vierde travee). Traditioneel aanzien door zandstenen muurbanden, zandstenen aanzet- en sluitstenen in de ontlastingsbogen van de vensters, bakstenen bogenfries boven de vierde travee. Bovenin de derde travee met rolwerk uitgewerkt gevelpaneel met opschrift "Jesus Maria". Rechthoekige vensters, blauwe hardstenen lekdrempels en lateien. Rechthoekige deur met blauwe hardstenen latei, sierlijk smeedijzerwerk in bovenlicht. Lijstgevel bekroond door houten kroonlijst op modillons.

Links aansluitende kapel van twee bouwlagen en twee traveeën onder leien zadeldak met links aandak, vlakke koorsluiting. Op het gelijkvloers rechthoekige vensters, op de verdieping – de eigenlijke kapel – spitsboogvensters met neogotisch natuurstenen maaswerk. Door deze neogotische kapel doet de villa denken aan een dorps nonnenkloostertje, zoals er aan het einde van de 19de en in het begin van de 20ste eeuw talrijke zijn opgetrokken.

De trapgevels, de blindboogjes boven de ingediepte travee, de speklagen en de aanzet- en sluitstenen van de ontlastingsbogen herinneren dan weer aan de traditionele Vlaamse kasteelarchitectuur.

De tuin

De villa is van de straat afgesneden door een bakstenen omheiningsmuurtje met een ijzeren toegangshek en wordt omringd door een grote tuin van 84 are. Deze tuin bestaat uit twee percelen, het eerste is 45 are groot, het tweede 39 are. Dit laatste perceel heeft eigenaardig genoeg (althans volgens het kadaster) nooit tot het eigendom De Proost behoord, maar werd door de bewoners wel als moestuin gebruikt.

Van de oorspronkelijke beplanting is alleen een zomereik (Quercus robur) met 332cm stamomtrek overgebleven. De andere hoogstammige bomen hebben stamomtrekken van minder dan 250 cm. In de achtertuin zijn nog sporen van architecturaal microreliëf aanwezig, met name een heuveltje circa 2 m hoog en een uitschulping op de plaats van een verdwenen vijvertje dat, volgens de huidige eigenaars, met het dakwater gevoed werd.

Merkwaardige boom (opname 26 mei 2000):

  • zomereik(Quercus robur) 332cm (gemeten op 150 cm hoogte)

 

Deze tekst is een samenvoeging van volgende twee teksten:


Auteurs:  Thomas, Hans; Deneef, Roger; Wijnant, Jo; De Maegd, Christiane
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Villa De Proost met ommuurde tuin [online], https://id.erfgoed.net/teksten/298410 (geraadpleegd op ).


Villa De Proost ()

Ten oosten van de dorpskern van Rillaar gelegen neotraditionele villa met aansluitende kapel. Kadastraal geregistreerd in 1897, met verbouwingen in 1898 en 1912. Gebouwd door Jan De Proost, onderpastoor van Elsene.

Bakstenen gecombineerd diep- en breedhuis van vier traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak met leien, getrapte dakkapel. Gecombineerde lijst- en trapgevel met schouderstukken en overhoeks topstuk (derde en vierde travee). Traditioneel aanzien door zandstenen muurbanden, zandstenen aanzet- en sluitstenen in de ontlastingsbogen van de vensters, bakstenen bogenfries boven de vierde travee. Bovenin de derde travee met rolwerk uitgewerkt gevelpaneel met opschrift "Jesus Maria". Rechthoekige vensters, blauwe hardstenen lekdrempels en lateien. Rechthoekige deur met blauwe hardstenen latei, sierlijk smeedijzerwerk in bovenlicht. Lijstgevel bekroond door houten kroonlijst op modillons.

Links aansluitende kapel van twee bouwlagen en twee traveeën onder leien zadeldak met links aandak, vlakke koorsluiting. Op het gelijkvloers rechthoekige vensters, op de verdieping – de eigenlijke kapel – spitsboogvensters met neogotisch natuurstenen maaswerk.

Gelegen in grote omringende tuin, van de straat afgescheiden door een bakstenen omheiningsmuurtje met ijzeren toegangshek. De tuin bestaat deels uit een moes- en deels een lusttuin, sporen van architecturaal reliëf (heuveltje circa 2 meter hoog) en sporen van verdwenen vijvertje.

  • DENEEF R. (ed.). 2007: Kasteel van De Proost. Historische tuinen en parken van Vlaanderen, M&L Cahier 14. Brussel, 58.

Auteurs:  Thomas, Hans
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Villa De Proost met ommuurde tuin [online], https://id.erfgoed.net/teksten/139092 (geraadpleegd op ).


Ommuurde tuin bij kasteel van De Proost ()

Ommuurde tuin (84 are) rond een in de late jaren 1890 gebouwde, kloosterachtige villa (kapel op de verdieping); voor de helft lusttuin (met sporen van architecturaal reliëf), voor de helft moestuin.

Het bakstenen gebouw doet – vooral wegens de uitbouw met een neogotisch kapel – min of meer aan een dorps nonnenkloostertje denken, zoals er aan het einde van de 19de en in het begin van de 20ste eeuw talrijke zijn opgetrokken, dikwijls in combinatie met een lagere school. De trapgevels (ook die van de dakkapel), de blindboogjes boven de ingediepte travee, de speklagen, en de aanzet- en sluitstenen van de ontlastingsbogen herinneren aan de traditionele Vlaamse kasteelarchitectuur. Het werd in de late jaren 1890 gebouwd door Jan De Proost, volgens de kadastrale legger onderpastoor te Elsene, op een stuk bouwland van 45 are. Het vormt één ommuurd geheel met een aanpalend, 39 are groot perceel, dat eigenaardig genoeg (althans volgens het kadaster) nooit tot het eigendom De Proost heeft behoord, maar door de bewoners wel als moestuin werd gebruikt.

Van de oorspronkelijke beplanting is alleen een zomereik (Quercus robur) met 332 cm stamomtrek overgebleven. De andere hoogstammige bomen hebben stamomtrekken van minder dan 250 cm. In de achtertuin zijn nog sporen van architecturaal microreliëf aanwezig, met name een heuveltje circa 2 m hoog en een uitschulping op de plaats van een verdwenen vijvertje dat, volgens de huidige eigenaars, met het dakwater gevoed werd.

Merkwaardige boom (opname 26 mei 2000)

  • 1. zomereik (Quercus robur) 332 (gemeten op 150 cm hoogte)
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Oudste kadastrale legger [212] Rillaar, art. 330.
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Kadastrale opmetingsschets Rillaar 1897 nr. 25; verbouwingen werden geregistreerd in 1898 (schets nr. 24) en 1912 (nr. 72).

Bron: DENEEF R., 2007: Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Vlaams-Brabant. Hageland - Noordoosten van Vlaams-Brabant. Aarschot, Begijnendijk, Bekkevoort, Boortmeerbeek, Diest , Haacht, Keerbergen, Rotselaar, Scherpenheuvel-Zichem, Tremelo.
Auteurs:  Deneef, Roger; Wijnant, Jo; De Maegd, Christiane
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Villa De Proost met ommuurde tuin [online], https://id.erfgoed.net/teksten/298409 (geraadpleegd op ).