Het kanaal Ieper-Boezinge-Knocke dateert uit de 13de eeuw. Tussen 1636 en 1641 werd het kanaal verbreed en verbeterd. Om schepen met een grotere tonnenmaat te kunnen verwerken werden de vier verouderde overtomen omstreeks 1643 vervangen door een schutsluiscomplex in Boezinge. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd dit in de frontlinie gelegen Sas van Boezinge volledig verwoest.

Na de oorlog, meer bepaald omstreeks 1930, werden ter vervanging van deze schutsluis twee sluizen gebouwd, namelijk één op de plaats van de oude sluis op het gehucht Boezinge-Sas en één ter hoogte van Boezinge-dorp. Door de bouw van deze tweede sluis is het kanaal Ieper-IJzer voortaan in een boven-, midden- en benedenvaart opgedeeld. Deze sluis zorgt voor een overbrugging van een waterhoogteverschil van 5 meter. Net als de sluis van Boezinge-Sas heeft deze schutsluis een bruikbare lengte en breedte van respectievelijk 40,85 meter en 5,50 meter. De kostprijs van de bouw van de sluis, die pas omstreeks 1930 samen met de Boezingebrug en werken aan het kanaal door de aannemers Byttebier, Vanderghote en Monbaliu was uitgevoerd, bedroeg 2.750.000,- Belgische frank.