In het kader van de wederopbouw van de handelskaai op het einde van het Ieperleekanaal werd op Kaai-West omstreeks 1933 door de graan- en meststoffenhandelaars Blootacker & Vermeersch een groot magazijn gebouwd voor de opslag van granen, meststoffen en veevoeders en voor het mechanisch reinigen van granen. Het gebouw, dat uit een betonscelet, ingevuld met baksteenparement, bestond, telde vier traveeën en vier bouwlagen en een kelderverdieping. Stilistisch is het gebouw geïnspireerd op de art-decostijl. Op alle niveaus waren de vloeren in beton. Het dak bestond in oorsprong uit asbestcementplaten op betonnen en houten spanten. Voor de inrichting van het magazijn werd beroep gedaan op het Ieperse bedrijf Leterme. Deze bestond onder meer uit een graanreiniger, een graansorteerder, een venilatordroger, een droogsilo, een zakkenophaler, twee graanelevatoren, een transportvijs en een redler. De totale opslagcapaciteit bedroeg 1.600 ton.

Voor de aanvoer van onder meer granen en meststoffen stonden vanaf 1933 onder meer beurtschepen in die wekelijks vanuit het binnenland naar Ieper voeren. Zo vertrok in de jaren 1930 elke woensdag het beurtschip Westflandria van aan de Vlaamse Kaai in Antwerpen naar de Kaai-West in Ieper. De ladingen die het schip in Ieper meenam, waren bestemd voor Brugge, Gent, Antwerpen en Brussel.

Het graanmagazijn Blootacker & Vermeersch, nu herbestemd als kantoorgebouw, vormt door zijn vrij gaaf gebleven exterieur een belangrijke getuigenis van de aan de binnenvaart gelieerde economische bedrijvigheid die er van de jaren 1930 tot in de jaren 1970 plaatsvond. Kenmerkend voor zijn voormalig agro-industrieel verleden is bovendien de nog bewaarde draaimuts (of 'gek') die naar de mechanische graandrogerij refereert. De smalle rechtertravee verwijst naar de verticale koker van het oude zakkenophaalsysteem.