Rijwoning in romantisch kubisme van drie bouwlagen en twee traveeën onder een plat dak, in 1937 geregistreerd in het kadaster als woning van architect Richard Deweirdt, bouwkundige.

Deels ommuurd voortuintje voorzien van zwartgeschilderd hekwerk, met parkeerplaats en aan de rechterzijde doorrit naar de dieperliggende garage.

De lijstgevel heeft een parement van gele bakstenen, in halfsteensverband, op een plint van verticaal geplaatste donkerbruine bakstenen.

Enkelhuistype met een brede venstertravee aan de linkerzijde en een dieperliggende, smallere deurtravee aan de rechterzijde. De venstertravee heeft links een oplopende muurpenant en heeft een overkragende houten kroonlijst die wordt ondersteund door twee consoles. De tweede bouwlaag wordt geaccentueerd door een erker met balkon en heeft net als de eerste bouwlaag een afgeronde hoek aan de rechterzijde. Het balkon is voorzien van een smeedijzeren leuning.

De dieperliggende rechtertravee omvat de voordeur en de driedelige, houten garagepoort. Links van de voordeur is er een fontein in de vorm van een leeuwenkop, geplaatst in een rondboogvormige ondiepe nis, ingevuld met turquoise en zwarte geglazuurde tegels. In de tegenoverliggende gemeenschappelijke muur bevinden zich drie blinde oculi, vandaag ingevuld met een witte bepleistering.

De rechthoekige vensteropeningen met doorlopende arduinen lekdrempels hebben hun oorspronkelijk houten schrijnwerk behouden. Opvallend zijn de gebogen glas-in-loodramen op de hoek van de erker en het langwerpig, rechthoekig traplicht, ingevuld met geometrisch glas in lood. Op de tweede en derde bouwlaag bevindt zich een patrijspoortvenster, beide ingevuld met gestructureerd glas.