Deze drie woningen werden samen met het ondertussen tot appartement verbouwde nummer 28 gebouwd als eclectisch samenstel van vier symmetrisch geschikte burgerhuizen. Bouwmeester F. Sel-Caluwaerts ontwierp het ensemble in 1898 in opdracht van L. Godts-Lenders. De bouwdatum wordt bevestigd door het jaartal "1898" onder het balkon van nummer 34.
Het gaat om enkelhuizen van drie bouwlagen en twee/drie traveeën onder zadeldaken, met veelkleurige bakstenen lijstgevels verlevendigd door natuurstenen speklagen en kleurrijk siermetselwerk in de ontlastingsbogen van de muuropeningen. De polychromie van de nummers 30 en 34 is jammer genoeg onder een schilderlaag verdwenen. De twee centrale woningen (nummers 30 en 32) kregen een symmetrische gevelopbouw, met accent op de centrale travee door de uitwerking van het boogveld van het bovenvenster en het zeer fraaie, met fijn ijzerwerk afgewerkte balkon. Nummer 34 wordt getypeerd door een smalle deur- en een brede venstertravee, met rond- en korfbogige muuropeningen die door een gekrulde waterlijst worden afgewerkt. Het schrijnwerk in deze woning is deels bewaard. De eclectische, veelkleurige bouwstijl van deze woningen is typerend voor de privéwoningen die architect Sel ontwerpt.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1898 # 1875.