is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Duitse mitrailleurpost Flandern I Stellung
Deze vaststelling is geldig sinds
is deel van de aanduiding als beschermd monument Twee Duitse bunkers Flandern I Stellung
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Duitse mitrailleurspost
Deze vaststelling was geldig van tot
Vrijstaande, bovengrondse betonnen militaire constructie in een weide langs de Groenestraat, ongeveer tegenover Groenestraat 5, ten noorden/noordoosten van het centrum van Zonnebeke. De constructie ligt tegen een bomenrij, ongeveer 200 meter ten zuidoosten van de bedding van de voormalige spoorlijn Ieper-Roeselare.
In de periode 1915-1917 bouwen de Duitsers een defensiesysteem in de diepte uit, bestaande uit zes opeenvolgende linies. Onderhavige militaire posten maken deel uit van de 4de linie, ook wel de Flandern I Stellung genoemd, een Duitse stelling die uit korte stukken loopgraaf bestaat, aangevuld met verdedigingspunten en versterkt met tal van betonnen militaire posten. Deze militaire posten kunnen zware artilleriebeschietingen weerstaan en beschutting bieden aan de Duitsers. Van zodra de artilleriebeschietingen stilvallen en de infanterie van de tegenpartij wil oprukken, kunnen de manschappen naar buiten komen en de vijand bestoken met onder meer mitrailleurs.
Tijdens het grootschalige geallieerde offensief, dat gekend is als de Derde Slag bij Ieper of Passchendaele (zie verder), zouden de geallieerden ondervinden hoe moeilijk het is deze Duitse stellingen met zijn talrijke betonnen militaire posten te doorbreken. De voorste stellingen zullen uiteindelijk tijdens de Derde Slag bij Ieper veroverd worden, en ook de Flandern I stellung wordt op vele plaatsen doorbroken. Maar verder zullen de geallieerden niet geraken.
De betonnen militaire post is tijdens de oorlog opgetrokken aan de oostelijke rand van een bosje, dat op Britse kaarten met Thames Wood wordt aangeduid. Dit bosje is vandaag de dag verdwenen.
Een tweede bewaarde militaire post ligt tegen de spoorwegbedding, bij een boerderij die met Thames Farm is aangeduid, iets ten noorden van Thames Wood. Het bosje en de boerderij blijven naamloos op de geraadpleegde Duitse militaire kaarten.
Ten zuiden van de boerderij zijn – wellicht onderbroken stukken – gekartelde loopgraven aangelegd, die ten oosten van Thames Wood passeren, en verder zuidwaarts richting Zonnebeke lopen. Deze loopgraven worden op Britse kaarten met Desmond Trench aangeduid. Er worden ook tal van prikkeldraadversperringen ten westen van deze loopgraven op stafkaart aangeduid. Behalve onderhavige betonnen militaire posten, zijn in de onmiddellijke omgeving nog tal van betonnen militaire verdedigingsconstructies opgetrokken, die echter na de oorlog zijn afgebroken.
De militaire post bij Thames Wood betreft een vrij gesloten betonnen constructie, met twee schietgaten aan noordwestelijke en zuidwestelijke zijde, die naar de buitenzijde toe versmallen tot een verticale, smalle gleuf.
De ligging nabij de spoorzate is zeer betekenisvol. De spoorweg Ieper-Roeselare vormt tijdens de oorlog voor beide partijen een belangrijke aanvoerlijn voor manschappen en materieel. Voor de geallieerden zorgt de spoorweg voor het transport van troepen en materieel vanuit Ieper. De Duitsers gebruiken de lijn vanaf Roeselare voor de bevoorrading van hun front. Omwille van het belang van deze transportfunctie wordt de spoorlijn dan ook door beide partijen voortdurend onder vuur genomen.
In het kapotgeschoten oorlogslandschap vormt de spoorlijn eveneens een belangrijk oriëntatiepunt voor de militairen. De spoorweg zou in die zin een belangrijke rol spelen tijdens de Derde Slag bij Ieper, en dan ook heel specifiek tijdens de zogenaamde Slag bij Broodseinde, op 4 oktober 1917. Dan wordt ze gebruikt als scheidingslijn tussen de sectoren voor de oprukkende geallieerde divisies.
Op 31 juli 1917 lanceren de geallieerden een grootschalig offensief, dat gekend zou worden als de Derde Slag bij Ieper. Het oorspronkelijke doel van dit offensief, het bereiken van de zeehavens bij Oostende en Brugge, zou evenwel nooit bereikt worden. De geallieerden zien zich namelijk na verloop van tijd verplicht hun doelstellingen bij te stellen tot de inname van de hoogtes van de heuvelrug Staden-Passendale-Geluveld, met het dorpje Passendale als laatste verovering. Vandaar dat de Derde Slag bij Ieper ook wel gekend is als de Slag bij Passendale, Passchendaele of Passion-dale. Passchendaele is symbool geworden voor zinloos oorlogsgeweld: tijdens dit uitzichtloos offensief zouden beide kampen honderdduizenden verliezen tellen (gedood, gewond, vermist of krijgsgevangen) voor een terreinwinst van amper 8 kilometer. De nieuw gevormde salient, met een uitsteeksel rond Passendale, blijkt algauw strategisch gezien een nachtmerrie om te houden. Tijdens het Duitse Lente-Offensief dient men het dorp weer prijs te geven.
Het geallieerde offensief bestaat in feite uit een aaneenrijging van verschillende ‘slagen’ tussen 31 juli en 10 november 1917. Er kunnen grosso modo drie fasen onderscheiden worden, met name de periode tussen 31 juli en 28 augustus 1917, de periode tussen 20 september en 12 oktober 1917 en de periode tussen 26 oktober en 10 november 1917. De eerste fase wordt voornamelijk door Britse troepen uitgevochten, tijdens de tweede fase worden er ook Australische en Nieuw-Zeelandse (ANZAC) troepen bijgehaald en uiteindelijk zullen Canadezen tijdens de laatste fase de finale terreinwinst rond Passendale boeken.
De onderbrekingen tussen deze slagen zijn nodig om de artillerie naar voor te verplaatsen en wegen en sporen uit te bouwen voor de aanvoer van verse troepen en munitie. Tegen eind augustus 1917 is het offensief namelijk volledig vastgelopen in de modder: de bodem van het kapotgeschoten land is dan volledig verzadigd door overvloedige regenval en raakt moeilijk gedraineerd.
Op 4 oktober 1917 wordt de zogenaamde Slag bij Broodseinde uitgevochten. Niettegenstaande de regen en het moeilijke terrein vorderen twee divisies die dag bij Langemark, twee divisies bereiken Poelkapelle, de Nieuw-Zeelandse Divisie neemt de hoogte van ’s Graventafel in, drie Australische divisies veroveren het Rozenveld (Tyne Cot) en de heuvelrug Broodseinde-Molenaarelst, drie Britse divisies rukken op tot het Noordeinde, de Reutel en de Polderhoek. Die aanval countert een geplande Duitse tegenaanval. Voor de geallieerden wordt 4 oktober de meest ‘succesvolle’ dag: het resultaat van de gevechten bij Broodseinde is dat de hoogte van Passendale op haar zuidflank nu stevig in handen van de geallieerden is. Dit succes eist evenwel zware verliezen, ook bij de geallieerden. Voor het Duitse 4de leger wordt het een zeer zwarte dag, door de enorme verliezen en door de breuk in de Flandern I Stellung.
De daaropvolgende slagen, die sterk gehinderd worden door zware regen, zouden nefast zijn voor de geallieerden. 4 oktober 1917 vormt voor de geallieerden dan ook een keerpunt: hoewel een snelle en definitieve doorbraak op het Duitse front er al lang niet meer inzit, zijn de gevechten tot nu toe voor de geallieerden min of meer gunstig verlopen. Na 4 oktober 1917 zien de geallieerden zich genoodzaakt om zich enkel nog te concentreren op de verovering van Passendale, wat uiteindelijk voor de Canadezen nog een heel moeilijke opgave zou worden, ten koste van vele mensenlevens.
De spoorlijn Ieper-Roeselare fungeert op 4 oktober als scheidingslijn tussen twee sectoren. Met de 3de Australische divisie links en de 2de Australische divisie rechts van de spoorlijn wordt opgetrokken richting de beruchte Flandern I Stellung, die versterkt is met stevige betonnen militaire posten zoals onderhavige constructie. De 3de Australische divisie kan die dag nog oprukken tot aan Tyne Cot waar ze de Flandern I met zijn stevige betonnen posten kan doorbreken. De frontlijn van 4 oktober ’s avonds loopt dwars door de huidige begraafplaats (Tyne Cot Cemetery).
Vrijstaande bovengrondse betonnen militaire post uit de Eerste Wereldoorlog. De constructie heeft een rechthoekig grondplan van ca. L. 590 x Br. 545cm. Het beton is verstevigd met ronde wapeningsijzers en gegoten tegen een houten bekisting. Het dak is ca. 150cm dik, en is in twee lagen uitgevoerd. De bovenste laag is bolvormig geplaatst, wellicht in functie van afwatering. Het bevat een vierkante opening.
Aan de achterzijde van de constructie (noordoostelijke zijde) zit een toegang en een kleine vierkante opening. Hier is de muur ca. 80cm dik. Aan zuidwestelijke en noordwestelijke zijde zitten twee openingen, waarvan die aan zuidwestelijke zijde is gedicht. De opening aan noordwestelijke zijde versmalt trapsgewijs naar buiten toe, tot H. 35 x Br. 13 cm. De zuidoostelijke zijde is volledig gesloten. Her en der zijn binnenin nog uitsparingen aanwezig, soms met houtrestanten.
Bron: Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen, Beschermingsdossier 4.001/33037/102.1, Duitse militaire posten (WO I) Flandern I (DECOODT H., 2013)
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Zonnebeke
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Duitse mitrailleurpost Flandern I Stellung [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/214091 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.