is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kantoorgebouw Zeller, Villinger & Cie
Deze vaststelling is geldig sinds
Kantoorgebouw in neo-Lodewijk XVI-stijl, gebouwd in opdracht van de firma Zeller, Villinger & Cie, naar een ontwerp door architect Emile Thielens uit 1907. Het bedrijf werd opgericht door Emil Friedrich Zeller (°Gross Eislingen, 1867) en Walther Eugen Theodor Villinger (°Besigheim, 1865), twee neven en zakenlui van Duitse nationaliteit, afkomstig uit het Neckardal in het vroegere koninkrijk Württemberg. Zeller emigreerde in 1885 als eerste naar Antwerpen vanuit Heilbronn, Villinger volgde in 1889 vanuit Hamburg. De firma Zeller, Villinger & Cie was een export-importbedrijf mogelijk actief in de agro-industrie, dat vanuit de Antwerpse haven opereerde, met vestigingen in Bolivië. Voor het nieuwe kantoorgebouw werd een constructie in gewapend beton toegepast, uitgevoerd door het bekende aannemersbedrijf J.H. Bolsée & Em. Hargot, concessiehouders in Antwerpen van de Franse betonconstructeur Béton Armée Système Hennebique. Bolsée & Hargot waren in de vroege jaren 1900 verantwoordelijk voor de bouw van de eerste omvangrijke constructies in gewapend beton in Antwerpen, de verdwenen Koninklijke Stapelhuizen aan de Entrepotplaats en het Stapelhuis Godfried aan de Godefriduskaai. Hoewel bescheidener van omvang, behoort het kantoorgebouw Zeller, Villinger & Cie, met een skeletstructuur van roosteringen en kolommen in gewapend beton, eveneens tot de vroege toepassingen van het Système Hennebique in België. Thielens leverde in 1911 ook de bouwplannen voor de uitbreiding van het complex met een bijkomende kantoorvleugel aan de achterzijde van het perceel.
Het kantoorgebouw Zeller, Villinger & Cie is een later werk van Emile Thielens, die actief was tot zijn overlijden in 1911. Vooral bekend van de gebouwen voor de Antwerpse Zoo, verliet hij aan het eind van zijn loopbaan de art nouveau voor een klassieke beaux-artsstijl. Veruit zijn belangrijke realisatie uit deze periode is de monumentale Banque de Reports, de Fonds Publics et de Dépôts op de Meir. Waar het gevelfront en de interieurinrichting van het kantoorgebouw Zeller, Villinger & Cie representatief zijn voor deze stilistische ontwikkeling, beantwoorden het programma aan een eigentijdse typologie, en de uitvoering aan een vooruitstrevende constructiewijze. In opdracht van Zeller en Villinger oefende Thielens in 1910-1912 ook het werftoezicht uit over de bouw van hun privé-villa's. Voor het ontwerp van de kapitale hotels Zeller en Villinger in neo-Lodewijk XVI-stijl, opgetrokken op twee aangrenzende percelen in de Bosmanslei en de Van Putlei, deden de vennoten echter beroep op de bekende Duitse society-architect Paul Schultze-Naumburg, artistiek leider van de Saalecker Werkstätten GmbH.
Het complex met een U-vormige plattegrond omvat een voorbouw van drie bouwlagen en een kantoorvleugel van twee bouwlagen, beide met souterrain en plat dak. De latere uitbreiding omvat een souterrain en slechts één bouwlaag, over de volledige diepte van het perceel. De statige, vier traveeën brede lijstgevel heeft een parement uit natuursteen. De gevelgeleding volgt de klassieke driedeling, met een hoge, door schijnvoegen belijnde pui, een verticaal geritmeerde bovenbouw met rechthoekige lisenen, en een blinde attiek boven de kroonlijst. Het sobere, aan de Lodewijk XVI-stijl ontleende geveldecor beperkt zich tot guirlandes, die het middenkalf van de deur, de borstweringpanelen van de tweede verdieping, de consoles van de kroonlijst en de postamenten van de attiek versieren. Deze laatste bestaat verder uit panelen met een soort entrelacs-fries. Opvallend is het smeedijzeren traliewerk van het souterrain en de begane grond, met een druk patroon van medaillons en rozetten. Het houten schrijnwerk van de deur en vensters met kleine roedeverdeling is wellicht nog oorspronkelijk.
De voorbouw omvat de inkomhal en het ruime trappenhuis, een conciërgewoning in het souterrain, een ontvangstsalon of directiekantoor op de benedenverdieping, en een grote raadzaal op de eerste verdieping. De L-vormige kantoorvleugel bestaat uit stapelruimten in het souterrain, en grote, doorlopende kantoorruimten voor bedienden met achteraan een afgesloten kantoor op beide verdiepingen. Ook de uitbreiding vormt een doorlopende kantoorruimte. Het complex dat een tijdlang het Kadaster herbergde en vandaag dienst doet als clubgebouw van de Federale Overheidsdienst Financiën, bleef vrij intact bewaard. Op de begane grond werden een keuken, een bar en een keukenlift geïnstalleerd, zonder onomkeerbare structurele ingrepen. Typische constructieve kenmerken in het interieur zijn de zichtbare structuur van betonroosteringen, de grote raampartijen van de kantoorruimten, en de bovenlichten van de bovenste kantoorverdieping, beschermd door een stalen glaskap. Het meest opmerkelijke onderdeel van het interieur is het trappenhuis, met een volledig eikenhouten bordestrap op een vierkante plattegrond, en een klimmend traplicht in een metalen structuur van geklinknagelde I-profielen. De trappaal in de vorm van een composietzuil, en de leuning van entrelacs en bewerkte postamenten zijn ontleend aan de Lodewijk XVI-stijl. Hetzelfde geldt voor het decor van de inkomhal, het ontvangstsalon of directiekantoor en de raadzaal, met marmervloer of keperparket, marmeren schouwen en stucversiering op wanden en plafonds.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is gerelateerd aan
Hotel Villinger
Is gerelateerd aan
Hotel Zeller
Is deel van
Minderbroedersrui
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kantoorgebouw Zeller, Villinger & Cie [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/214094 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.