Burgerhuis in sobere art-decostijl gebouwd in opdracht van Alfons Guillaume, naar een ontwerp door Adolphe Van Coppernolle uit 1928. De architect, die in 1930 met de club "Claridge" in de Anneessensstraat een van de meest stijlvolle voorbeelden van art deco in Antwerpen zou realiseren, paste hier een veeleer ingetogen vormgeving toe.
Met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën, telt de rijwoning drie bouwlagen onder een plat dak. De lijstgevel is opgetrokken uit rode baksteen, ruim verwerkt met natuursteen, op een arduinen plint. Verticaal geleed legt de asymmetrische compositie de klemtoon op het brede en hoger oplopende zijrisaliet, in overeenstemming met de opdeling in hoofd- en nevenruimten van het interieur. Dit risaliet wordt op de bovenverdieping gemarkeerd door een driezijdige erker met een gebuikte console en een smeedijzeren balkon. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatige opbouw met rechthoekige muuropeningen. Typische art-decokenmerken zijn de getrapte profileringen en gevelbekroning, de uitgelengde sluitstenen van de deur en vensters en de discrete ornamentatie met gestileerde motieven in vlakreliëf. Opmerkelijk voor het werk van Van Coppernolle is de zorg die aan het ijzersmeedwerk van de inkomdeur en de balkonleuning wordt besteed, hier met een fraai patroon van spiralen en bloemencorbeilles. Het houten vensterschrijnwerk is grotendeels vernieuwd, het voortuinhek verwijderd.
De plattegrond volgt de klassieke indeling van het burgerhuis, waarbij de suite van salon, eetkamer, veranda en overdekt terras wordt geflankeerd door de vestibule, het trappenhuis, de office en de keuken. De eerste verdieping omvat twee slaapkamers en een badkamer, de tweede verdieping een slaapkamer, een linnenkamer, een (meiden)kamertje en een zolder. De bouwplannen vermelden een fraai bewerkt plafond met een rozettenpatroon in reliëf voor het salon-eetkamer, en een octogonaal bovenlicht met een radiale indeling voor de veranda.
- Stadarchief Antwerpen, bouwdossier 1928#30282.