Bescheiden burgerhuis in art-decostijl gebouwd in opdracht van Gaston Latinie, naar een ontwerp door architect Willy Fisher uit 1929. Het ontwerp behoort tot de vroegste realisaties van de eenentwintigjarige architect, die in 1927 zijn studies beëindigde. Waar de expressieve baksteenarchitectuur van de woning Latinie nog aanleunt bij de Amsterdamse School, bekende Fisher zich vanaf begin jaren 1930 tot het modernisme. In de jaren 1950 zou hij zich vooral toeleggen op het conventionele appartementsgebouw.
De rijwoning met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën, telt twee bouwlagen onder een complex zadeldak (leien). Sober opgetrokken in rood baksteenmetselwerk, is slechts minimaal gebruik gemaakt van natuursteen voor de kozijnen en dekstenen, en arduin voor de plint en de dorpels. Het staand metselverband wordt gecombineerd met rollagen om het muurwerk van lateien en borstweringen te accentueren. Asymmetrisch van opbouw legt de compositie de klemtoon op het brede zijrisaliet, dat wordt gemarkeerd door een bow-window en doorloopt in een puntgevel. Verder weerspiegelt de ordonnantie de interieurindeling. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur, de garagepoort, de vensters met kleine roedeverdeling en de dakkapel is bewaard.
De plattegrond volgt volgens de bouwplannen grosso modo de typologie van de bel-etagewoning. Behalve de inkom, de traphal met bovenlicht en de garage, biedt de begane grond ruimte aan de eetkamer en de keuken met office. Het salon met cosy-corner neemt over de volledige breedte van de woning de straatzijde van de bel-etage in, de slaapkamer en de badkamer de tuinzijde. Het dakniveau bereikbaar via een afzonderlijke trap herbergt drie overige kamers.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1929#32472.