Herenhuis in sobere cottagestijl gebouwd in opdracht van Emmanuel Vles, naar een ontwerp door architect Willie Pijl uit 1928. De villa Vles vormt een symmetrisch ensemble met de villa Smeysters-Chapman, die een jaar eerder werd ontworpen door architect Lod. De Mol. Architect Pijl, die in het Antwerpse actief was van kort vóór de Eerste Wereldoorlog tot zijn overlijden in 1945, legde zich vooral toe op het vrijstaande landhuis voor de burgerij. Waar in zijn vroege werk tot eind jaren 1920 de eclectische stijl werd afgewisseld met de cottagestijl, ontwikkelt hij in de jaren 1930 een herkenbaar baksteenmodernisme met een strakke volumewerking.
De rijwoning in halfopen bebouwing van het type stadsvilla, met een gevelbreedte van twee op drie traveeën, omvat twee bouwlagen onder een complex schilddak (leien). Het gevelparement is opgetrokken uit verzorgd rood baksteenmetselwerk in een decoratief verband, op een arduinen plint. Schaars verwerkt beperkt het gebruik van natuursteen zich tot enkele constructieve en decoratieve elementen zoals vensterkozijnen, lijstwerk en gevelstenen. Deze architectuur wordt enerzijds gekenmerkt door een eigentijds regionalistisch karakter, waarbij enkel nog de erker, de geveltoppen in houtbeschot en de inkomluifel ontleend zijn aan de pittoreske Engelse cottagestijl. De bewuste symmetrie van de compositie, ondersteund door een verticale geleding van kolossale pilasters, verleent de gevelopstanden anderzijds een klassieke allure die naar de art-decostijl neigt. De hoofdtravee van de voorgevel wordt gemarkeerd door een driezijdige erker en een puntgevel met windborden in de bedaking. Eenzelfde geveltop bekroont de middentravee van de zijgevel, die het inkomportaal en het tweezijdige traplicht groepeert. Opmerkelijk decoratief zijn de geblokte metselmozaïeken met centraal een bewerkte gevelsteen die de borstweringen sieren, en de getande lateien en daklijst. Het houten schrijnwerk van de deur en de vensters met horizontale roedeverdeling is bewaard, evenals het smeedijzeren voortuinhek met bewerkte arduinen postamenten. De aanpalende garage en de aanbouw tegen de achtergevel zijn latere toevoegingen.
De plattegrond beantwoordt aan de typologie van de stadsvilla, opgebouwd rond de traphal, die hier de gebruikelijke centrale positie inneemt. De begane grond bestaat uit een suite van de woonkamer en de eetkamer, met een overdekt terras aan de tuinzijde. De traphal wordt vooraan geflankeerd door een kantoor, en achteraan door de office en de keuken. De bovenverdieping telt drie slaapkamers en een badkamer, het dakniveau twee mansardekamers en de zolder.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1928#30037 en 1929#33434.