is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Burgerhuis in beaux-artsstijl
Deze vaststelling is geldig sinds
is deel van de aanduiding als unesco werelderfgoed bufferzone Huis Guiette: buffer
Deze aanduiding is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Burgerhuis in beaux-artsstijl
Deze vaststelling was geldig van tot
Burgerhuis in sobere beaux-artsstijl gebouwd in opdracht van J.B. Uyterhoeven, naar een ontwerp door architect Edward Van Not uit 1922. Tot het oorspronkelijke bouwprogramma behoort de garage met zolder achteraan het perceel. De woning Uyterhoeven behoort tot het rijpere werk van Van Not, die vanaf de jaren 1920 tot zijn overlijden in 1957 een privépraktijk combineerde met de functie van gemeentearchitect van Deurne. Vóór de Eerste Wereldoorlog wisselde hij in zijn talrijke woningontwerpen de neostijlen af met de art nouveau, de beaux-artsstijl en de cottagestijl. Vanaf begin jaren 1920 richtte Van Not zich al in een vroeg stadium op de ontluikende art-decostijl, om in de jaren 1930 te evolueren naar een gematigd modernisme.
De rijwoning met een gevelbreedte van vier traveeën, telt drie bouwlagen onder een zadeldak (pannen). Opmerkelijk aan de woning Uyterhoeven is de stilistische getrouwheid, waarmee de gevelcompositie werd ontleend aan het laat-classicistische hotel uit het einde van de 18de eeuw. Horizontaal geleed in een gedrukte pui en een rijzige bovenbouw, onderscheidt de lijstgevel zich door een verzorgd parement uit natuursteen op een arduinen plint. Waar de begane grond horizontaal wordt belijnd door schijnvoegen en de zware puilijst, zijn de bovenverdiepingen vervat in een verticaal ritme van kolossale lisenen, met de klemtoon op het zijrisaliet. Ook het hoofdgestel volgt het klassieke model, met een architraaf, een blinde fries en een kroonlijst op klossen. Typisch zijn de fijn gedetailleerde stafwerkpanelen op de borstwering van de bovenste verdieping, als enige vorm van ornamentatie. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur, de koetspoort en de vensters is bewaard, evenals de smeedijzeren vensterleuningen van de bel-etage en het traliewerk van de pui.
De plattegrond beantwoordt grosso modo aan de typologie van de bel-etagewoning, hoewel de bouwplannen geen uitsluitsel geven over de precieze functionele indeling. De lage begane grond biedt in de uiterste traveeën ruimte aan de vestibule waarbij de traphal aansluit en de koetspoort, met een voor- en achterkamer ertussen, en de keuken in de later vergrote achterbouw. De bel-etage wordt ingenomen door het salon, twee (slaap)kamers en de badkamer. De tweede verdieping telt vier overige kamers.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)