Achterin gelegen hoeve "Ten Torre", wordt al vermeld in 1532. De naam verwijst naar één van de uitkijktorens die de Spanjaarden hier in de omgeving tijdens het beleg van Oostende (1601-1604) hadden opgericht. De uitkijktoren wordt enkele jaren later afgebroken. De site staat aangeduid op de Grote Kaart van het Brugse Vrije door Pieter Pourbus (1571) en gekopieerd door Pieter Claeissens (1601). Afgebeeld op figuratieve kaarten van 1758 en 1776 met twee langgestrekte parallelle volumes waartussen een bakhuisje. In 1833 worden de gebouwen gesloopt en vervangen door schuren en stallingen ten oosten en westen van het erf met daartussen het woonhuis. In 1835 wordt aan het begin van de oprit een kapelletje gebouwd. De pachthoeve, voormalig eigendom van baron de Crombrugghe de Looringhe wordt in 1926 verkocht aan Gustaaf Vyvey. Wellicht dateert het woonhuis uit die periode en worden de landgebouwen verhoogd en aangepast.

Lage gebouwen in bruine en rode, verankerde baksteen onder zadeldaken (Vlaamse pannen, mechanische pannen bij het boerenhuis) rond een geasfalteerd en gebetonneerd erf. Boerenhuis met dubbelhuisopstand onder zadeldak (mechanische pannen) met overstekende dakrand, sierankers. Voorgevel boven een gecementeerde plint, segmentboogvormige muuropeningen met strekken, gedeeltelijk bewaard schrijnwerk. Landgebouwen onder zadeldaken (Vlaamse pannen) met overstekende dakranden afgezet met bebording en dakkapel met laaddeur bij de stalling ten westen van het erf. Segmentboogvormige muuropeningen met strekken waarvan enkele later zijn aangepast.