De eerste kerk werd verwoest in 1579; de huidige neoclassicistische kerk werd na een brand van 1850 heropgebouwd.
Pseudo-basilica op volgende plattegrond: een driebeukig schip van zes traveeën met ingebouwde westelijke toren, een koor van een rechte travee en een halfronde absis, voorzien van flankerende sacristieën, en een recente kapel (circa 1935) tegen de linkerzijgevel.
Baksteenbouw met gebruik van Gobertange, kalksteen en arduin. De toren is afgewerkt met zandstenen hoekstenen, en voorzien van rondbogige galmgaten, en een naaldspits (leien). De westelijke gevel heeft een middenrisaliet, afgelijnd met hoekstenen van Gobertange; rondboogportaal ingeschreven nok, een rechthoekige omlijsting, geflankeerd door pilasters en afgedekt met een entablement met bekronend driehoekig fronton. Rondboogvensters in de noordelijke en de zuidelijke gevels; grote halfronde vensters in de koortraveeën; blinde absis.
Overwelving van de middenbeuk door middel van een tongewelf met pseudo-gordelbogen, steunend op een omlopend entablement. Rondboogarcades op Toscaanse zuilen met dekblad en polygonale sokkel; medaillons met heiligenbeelden in de zwikken. Gelijkaardige overwelving in de rechte koortravee, afgescheiden van de absis en het schip door zware gordelbogen op pilasters. Halve koepel met casementversiering boven de absis.
GEUKENS D., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen, Provincie Limburg, Kanton Beringen, Brussel, 1977, pagina 26.
Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-C. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6n1 (A-Ha), Brussel - Gent. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)