Burgerhuis in eclectische stijl gebouwd in opdracht van E. De Mey, naar een ontwerp door de architecten Florent Vaes en Joan Coninck Westenberg uit 1911. De uit Brussel afkomstige De Mey was majoor bij het Regiment Gidsen van het Belgische leger. Voor de Eerste Wereldoorlog gedurende een zestal jaar associés, ontwierpen de schoonbroers Vaes en Coninck Westenberg tussen 1910 en 1912 meerdere burgerhuizen van dit type, zeven alleen al aan de Jan Van Rijswijcklaan. Van deze laatste zijn de woning Steyaert en de verdwenen woning De Boeck, beide uit 1910, sterk verwant met de woning De Mey. Naast de cottagevilla legde het architectenbureau, dat zelf in de Bosmanslei gevestigd was, zich in het bijzonder toe op dit specifieke woningtype.

Met een gevelbreedte van drie traveeën, telt de rijwoning drie bouwlagen onder een pseudo-mansarde (leien). In tegenstelling tot de hoger vermelde woningen aan de Jan Van Rijswijcklaan, waar de bouwvoorschriften een natuursteenparement oplegden, is de lijstgevel deels uit witte Silezische baksteen in kruisverband opgetrokken. Daarbij werd ruim gebruik gemaakt van natuursteen voor de pui en bewerkte gevelonderdelen als de erker, vensteromlijstingen en consoles, en van arduin voor de plint. Horizontaal geleed in een gedrukte pui en een bovenbouw, legt de gevelcompositie de klemtoon vooral op de bel-etage, door middel van het grote vierlicht dat als een ondiepe rechthoekige erker is uitgewerkt, met een entablement. Tot de typische neo-Lodewijk XVI-ornamenten behoren de rozetconsoles, medaillons en strikken van de erker, en de acanthusconsoles van de kroonlijst. Het houten schrijnwerk van de deur, de vensters met kleine roedeverdeling en de dakkapellen bleef bewaard, evenals de smeedijzeren deurtralie en erkerborstweringen naar laat-18de-eeuws patroon.

De plattegrond volgt de typologie van de bel-etagewoning, georganiseerd rond een zijdelings trappenhuis met wenteltrap en bovenlicht. Zoals gebruikelijk voor dit type huizen van Vaes en Coninck Westenberg, biedt de begane grond volgens de bouwplannen ruimte aan de inkom, een spreekkamer en de keuken met keukenlift. De bel- etage omvat een salon over de volledige breedte aan de straatzijde, een centrale eetkamer met office, een veranda met bow-window en bovenlicht, en een terras met spiltrap aan de tuinzijde. Op de eerste verdieping bevinden zich twee slaapkamers, een badkamer en een naaikamertje. Een derde slaapkamer met 'cabinet de toilette', en twee logeerkamers nemen de tweede verdieping in. Van de initiële bouwplannen maakt tevens een afzonderlijk kantoor deel uit, een bouwlaag hoog met bovenlicht, ingeplant achteraan in de tuin.