Burgerhuis in beaux-artsstijl gebouwd in opdracht van Adolf Gylsen, naar een ontwerp door Léon Gras uit 1912. Deze architect lijkt in Antwerpen vooral actief te zijn geweest in de jaren kort vóór de Eerste Wereldoorlog, maar tot op heden kon slechts een drietal van zijn realisaties worden geïdentificeerd. Het aan het neoclassicisme ontleende stijlidioom van de woning Gylsen, kenmerkt ook een bescheidener burgerhuis dat hij in 1908-1909 in de wijk Zurenborg bouwde.

Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat de rijwoning een souterrain en drie bouwlagen onder een plat dak. De statige lijstgevel met een verzorgd parement uit natuursteen, is klassiek opgebouwd uit de pui met schijnvoegen en de bovenbouw afgewerkt door de houten kroonlijst op consoles. Symmetrisch van opbouw legt de compositie de klemtoon op de middenas, door middel van een balkon met postamenten en een smeedijzeren borstwering in neorégencestijl. Een rechthoekige deur met bovenlicht in een geriemde omlijsting flankeert de rondboogvensters van de begane grond. De bovenvensters hebben een vlakke omlijsting, op de eerste verdieping gemarkeerd door een entablement. Het houten schrijnwerk van de deur en vensters met kleine roeden in het bovenlicht is bewaard.

De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een voorbouw en een smalle achterbouw in entresol bestaat. Volgens de bouwplannen wordt op de begane grond de gebruikelijk enfilade van salon, eetkamer en veranda met bovenlicht, geflankeerd door de vestibule, het trappenhuis, de office en het kantoor. Op de eerste verdieping bevinden zich twee slaapkamers waarvan een met 'cabinet de toilette' en een badkamer. Een derde slaapkamer met 'cabinet de toilette' en twee kleine meidenkamers nemen de tweede verdieping in. Het souterrain bood oorspronkelijk ruimte aan de spreekkamer en de keuken met keukenlift.