Burgerhuis in beaux-artsstijl gebouwd in opdracht van Jules Geeraerts, naar een ontwerp door de architecten Michel en Jan De Braey uit 1922. Het gebouw uitgevoerd door de aannemers Paul en Marcel Hargot, behoort tot het late werk van Michel De Braey die, alvorens in 1925 een punt achter zijn carrière te zetten, nog een vijftal jaar geassocieerd was met zijn zoon Jan. Geïnspireerd op het model van het laat-18de-eeuwse Parijse hotel, sluit het ontwerp nog aan bij de residentiële stadsarchitectuur die de architect kort vóór de Eerste Wereldoorlog realiseerde. Zo vormt de gevelopstand een vereenvoudigde versie van het hotel Fribourg in de Jan Van Rijswijcklaan. Vader en zoon De Braey ontwierpen in hetzelfde jaar ook de woning Laroche even verderop in de Markgravelei, die invloed van de Engelse cottagestijl vertoont.
Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat de rijwoning een souterrain, twee bouwlagen en een mansardedak (leien). De lijstgevel onderscheidt zich door een verzorgd parement uit natuursteen, met een discrete, aan de Lodewijk XVI-stijl ontleende ornamentatie. Regelmatig van opbouw, berust de compositie op een subtiel evenwicht tussen de horizontale geleding en het verticale gevelritme. De rechthoekige vensters zijn gevat in oplopende, licht verdiepte nissen, met een fijn gesculpteerde rolwerkcartouche tussen acanthusranken als bekroning. Ondiepe balkons met een smeedijzeren borstwering naar laat-18de-eeuws patroon accentueren de bovenverdieping. De deur met middenkalf en bovenlicht, wordt geflankeerd door pilasters en voluutconsoles met een vruchtendecor. Evenals de smeedijzeren keldertralies, is het houten schrijnwerk van de deur en vensters bewaard.
De plattegrond beantwoordt aan de conventionele typologie van het burgerhuis, dat uit een voorbouw en een smalle achterbouw in entresol bestaat. Volgens de bouwplannen bood het souterrain oorspronkelijk ruimte aan de spreekkamer en de keuken met keukenlift. Op de begane grond wordt de enfilade van salon, eetkamer, veranda en terras, geflankeerd door de vestibule, het trappenhuis en de office. De logeerkamer, het 'cabinet de toilette' en de grote slaapkamer met en suite badkamer nemen de eerste verdieping in. Onder het dak bevinden zich mansardekamers en de zolder.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1922#13086.