Geheel van twee gekoppelde burgerhuizen in beaux-artsstijl, volgens de bouwaanvraag van 1913 voor eigen rekening opgetrokken door de aannemer L. Ariëns, die zelf zijn intrek zou nemen in het linker pand. Later in 1913 diende Ariëns een bouwaanvraag in voor nog eens twee identieke burgerhuizen op de achter aanpalende percelen in de Korte Lozanastraat, een bouwproject dat geen doorgang vond. Deze woningen werden in 1923 alsnog door de aannemer gerealiseerd, zij het naar een gewijzigd ontwerp.

Gekoppeld volgens repeterend schema, tellen de rijwoningen met een gevelbreedte van twee traveeën vier bouwlagen onder een plat dak. De sobere lijstgevels zijn afgewerkt met een bepleistering in simili-natuursteen, met uitzondering van de gedrukte pui die een parement uit arduin kreeg belijnd door schijnvoegen. In overeenstemming met de interieurindeling wordt de hoge bel-etage gemarkeerd door een breed korfboogvenster met een gebogen balustrade. Verder volgt de gevelcompositie een conventioneel schema met rechthoekige muuropeningen. Op de bovenvensters van het linker pand na, is het oorspronkelijke houten schrijnwerk met typische roedeverdeling bewaard.

De plattegrond beantwoordt aan de typologie van de bel-etagewoning, georganiseerd rond de centrale traphal met bovenlicht. Volgens de bouwplannen biedt de begane grond ruimte aan de inkom, de spreekkamer en de keuken. De bel-etage omvat een salon aan de straatzijde en een eetkamer met terras aan de tuinzijde. Op de tweede verdieping bevinden zich twee slaapkamers en een badkamer, op de derde verdieping een derde slaapkamer, een mansarde en een zolder.