Burgerhuis in neoclassicistische stijl, opklimmend tot de tweede helft van de 19de eeuw. Met een gevelbreedte van vier traveeën telde de rijwoning oorspronkelijk slechts twee bouwlagen. De huidige toestand is het resultaat van een grondige verbouwing in opdracht van de weduwe Frans Ghijs, naar een ontwerp door de architect Louis De Vooght uit 1913. Deze werken omvatten de uitbreiding van het pand aan de tuinzijde, de toevoeging van een tweede verdieping en een mansardedak, de herindeling van het interieur met onder meer een nieuwe traphal, de vernieuwing van de gevels, en de heraanleg van de tuin. Aanvankelijk prestigieuzer van opzet, werden de verbouwingsplannen in een tweede versie sterk vereenvoudigd. Het op de Italiaanse renaissance geïnspireerde eerste ontwerp van De Vooght voorzag in een rijker geveldecor met frontons en balustrades, en een monumentale traphal met een halfronde wenteltrap, beeldnissen en een bovenlicht. Verder waren een tuinpaviljoen in de vorm van een ovaal zuilentempeltje met attiekbalustrade, en een garage aan de toegangsweg naar het "Torenhof" gepland, die beide vervielen.
Het verbouwingsontwerp behoort tot het vroege werk van architect De Vooght, wiens zelfstandige loopbaan kort vóór de eeuwwisseling van start was gegaan, en die gedurende het gehele interbellum actief bleef onder meer als ontwerper van kerkgebouwen. Uit 1912, een jaar eerder, dateert het ontwerp van zijn eigen woning in de nabijgelegen Arthur Goemaerelei, dat neo-Vlaamse-renaissance- en neotraditionele stijlkenmerken vermengt. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel van de woning Ghijs volgt een klassiek compositieschema met een door schijnvoegen belijnde pui, een arduinen plint en waterlijsten, en een houten kroonlijst. De rechthoekige muuropeningen vormen regelmatige registers, met de deur in de derde travee. Het houten vensterschrijnwerk, de dakkapellen en de smeedijzeren deur uit 1913 zijn bewaard.
De plattegrond volgt de typologie van de rijkere burgerwoning, waarbij de keuken zich oorspronkelijk in het souterrain bevond. Op de begane grond wordt het salon dat de volledige diepte van de oorspronkelijke bouw inneemt, geflankeerd door de vestibule met spreekkamer, de traphal met bovenlicht en de office. Hierachter strekt zich in een aanbouw over de volledige breedte van de woning de eetkamer uit, met een terras en een bordestrap naar de tuin. Zowel de eerste verdieping met een ruim terras als de tweede verdieping omvatten drie slaapkamers en respectievelijk een 'cabinet de toilette' en een badkamer. Twee mansardekamers en twee zolders nemen het dakniveau in.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1913#3801 en 1913#4517.