Bescheiden burgerhuis in eclectische stijl, volgens de bouwaanvraag van 1903 opgetrokken door de aannemer P. Huygels-Van Humbeeck, in opdracht van P.J. De Seger. Het bouwproject omvatte nog een tweede woning van hetzelfde type met een extra verdieping, die in 1966 werd gesloopt voor een nieuwbouw dokterswoning. De gevelopstand wijkt af van de bouwplannen die een inrijpoort voorzien in plaats van de huidige benedenvensters. Niets wijst nochtans op een latere verbouwing.

De rijwoning telt twee bouwlagen en drie traveeën onder een gemansardeerd zadeldak (leien). Sober van opzet is de lijstgevel opgetrokken uit witte Silezische baksteen in kruisverband, contrasterend verwerkt met gele baksteen voor speklagen waterlijsten, onderdorpels en ontlastingsbogen. Van arduin werd gebruik gemaakt voor de plint en de dorpels. De compositie is opgebouwd uit regelmatige registers van rechthoekige en getoogde muuropeningen, en afgewerkt met een klassiek hoofdgestel. Het houten schrijnwerk van de deur en vensters is bewaard.

De plattegrond beantwoordt vermoedelijk aan de klassieke typologie van het burgerhuis, bestaande uit een voorbouw en een achterbouw in entresol. De inkom en het trappenhuis flankeren de voor- en de achterkamer, die zowel de beneden- als de bovenverdieping uitmaken.