Villa Louise ()

Villa Louise, een villa in eclectische stijl, werd rond 1900 gebouwd als vakantiewoning voor Jan Baptiste Venkeler-Tersago, een aannemer-stouwer uit Antwerpen. De ontwerper van de villa is ons niet bekend.

Historiek

Bouwheer Jan Baptiste Venkeler maakte deel uit van een vooraanstaande stouwersfamilie uit Antwerpen. Een stouwer is een typisch beroep gerelateerd aan de Antwerpse haven; stouwers zorgden voor het lossen en laden van schepen. De familie Venkeler, oorspronkelijk haringstouwers, waren pioniers in het Antwerpse stouwersbedrijf. Melchior Venkeler richtte in 1871 de “Vereeniging van Aannemers van Lossen en laden van Schepen” op, later “De Grote Ploeg” genoemd. In 1878 werd dit bedrijf omgevormd tot de “Vereenigde Stouwers Firma Venkeler en Co”, wat tot 1884 de stouwersactiviteiten in de Antwerpse haven domineerde. Doorheen de volledige 20ste eeuw blijft de naam Venkeler een belangrijke rol spelen in de Antwerpse havenactiviteiten.

Jan Baptiste Venkeler ontvluchtte het drukke stadsleven door in 1900 een vakantiewoning te laten bouwen in Bist, de centrale toegangsweg door de wijk Sint-Mariaburg vanaf het nieuw opgerichte treinstation. In 1898 registreert men in het kadaster het trekken van straten en grote bouwblokken op deze plaats: “terrain incultes mis en culture”. De ontwikkeling van de residentiële, op vakantiewoningen gerichte wijk in de rand rond Antwerpen, was een initiatief van Antoon Van den Weyngaert die er in 1898 bouwbedrijf en bank Antverpia voor oprichtte. Antverpia mikte op rijke burgers uit Antwerpen, en onderwierp de bouwplannen aan strenge regels om op die manier een homogeen wijkbeeld met pittoreske woningen in ruime groene straten te bekomen. Floris Verbraeken was de huisarchitect van Antverpia, en werkte een bouwstijl uit voor de eigen projecten van het bedrijf, waaronder huurwoningen voor de werknemers van het bedrijf of voor vakantiegangers uit de stad. Kenmerkend was de rode baksteenbouw met kleurrijke accenten, een speelse bedaking door elkaar snijdende en gecombineerde dakvormen en talrijke traptorentjes, verzorgd houtwerk in de geveltoppen, luifels, terrassen cartouches voor de huisnaam. Het was de bedoeling dat externe bouwmeesters dit voorbeelden volgden; Antverpia zag daar nauw op toe. Voor de bouw van Villa Louise werd de vooropgestelde manier van bouwen zeer trouw en doordacht gevolgd. De ontwerper is niet gekend, omdat de bouwaanvragen pas vanaf 1904 zijn bewaard. Oudere dossiers konden we voorlopig niet traceren.

Tijdens het interbellum werd de woning permanent bewoond door Max Everaert, die de woning aan achterzijde liet uitbreiden, gepaard gaande met wijzigingen in het interieur en aan de noordelijke zijgevel en de achtergevel. Deze verbouwing werd in 1922 getekend door de Antwerpse bouwmeester Jos de Lange. De rest van de 20ste eeuw werd niets aan de woning gewijzigd. De huidige eigenaar, die het pand bewoont sinds 1975, tracht de originele elementen van de woning zo goed mogelijk in ere te houden. Het kenmerkende cottagekarakter, met kleurrijke bouwmaterialen, daktoren, luifels, balkons en siersmeedwerk en het goed bewaarde, eenvoudige interieur, zorgen ervoor dat deze woning een markant voorbeeld is van de vakantiewoningen die in de Belle Epoque in Sint-Mariaburg werden gebouwd.

Beschrijving

“Villa Louise” is een ruime villa in eclectische stijl, gelegen in een grote beboomde tuin. Tot de originele, wellicht meer dan honderd jaar oude beplanting, horen een beuk, een esdoorn en vier grote kastanjes. De tuin is van de straat afgescheiden door een omheining, toegankelijk via een smeedijzeren hek tussen bakstenen pijlers. De inkompoort met ijzerwerk en bakstenen pijlers werden door de huidige eigenaar overgebracht van Villa Cora, een afgebroken villa in Kapellen.

De villa is opgetrokken uit rode baksteenbouw met zwarte sierbanden, waarbij een zeer verzorgd metselwerk is gebruikt, dat onlangs kundig werd gerestaureerd. De woning telt twee bouwlagen en is volledig onderkelderd. De leien bedaking is zeer speels opgevat in is een combinatie van twee zadeldaken, in de hoek doorbroken door een ingesnoerde torenspits waarin zich het trappenhuis bevindt, met een recent toegevoegde windhaan. De woning heeft een rechthoekige plattegrond, met een tweedelige indeling die vergelijkbaar is met die van de klassieke, 19de-eeuwse stedelijke rijwoning: links inkomhal en trap, waarachter zich keuken en pomphuis bevinden, en rechts daarvan een enfilade van salon en eetkamer. De verbouwing van 1922 verlengde de woning naar achter toe (zuid), met de toevoeging van een volume van twee verdiepingen onder een plat dak, waarin zich op elke bouwlaag twee kamers bevinden.

Voorgevel van drie traveeën, met centraal een uitspringende inkompartij onder uitgewerkte houten luifel met puntgevel en windborden en afgeboord met houten hek. Links, de traptoren op vierkante plattegrond, met een groot rondbogig traplicht met neorenaissance glas in lood ter hoogte van de overloop, daarboven en rechthoekige venster waaronder een hardstenen cartouche met opschrift “Villa Louise” en onder de kroonlijst drie kleine zoldervensters. Bovenaan de toren, een omlopende band van kleurrijke geometrische cementtegels. Rechts een brede venstertravee met puntgevel, met houten windbord afgewerkt. De rechthoekige vensteropeningen in de straatgevel zijn gevat onder ijzeren lateien met rosetten; in puntgevel beneden twee vensters, op eerste verdieping een breed deurvenster met in 1922 toegevoegd balkon, boven een gekoppeld drielicht onder ontlastingsboog. De rechter zijgevel (zuidwest) heeft een vrij gesloten karakter, daterend van de eerste bouwfase uit 1900. De vlakke rode bakstenen muur met zwarte banden is slechts doorbroken door vier rechthoekige vensteropeningen onder ijzeren latei. Omlopende hardstenen plint. De zijgevel van de uitbouw van 1922 is volledig gesloten. Linker zijgevel veel expressiever opgebouwd, met aanpassingen die dateren van 1922. In elke travee en bouwlaag een muuropening, rechthoekig en onder ijzeren latei, doorlopende hardstenen plint. Tuindeur vanuit het in 1922 toegevoegde gedeelte, waar de huidige eigenaar een glazen luifel aan toegevoegd. De vensteropeningen in de centrale travee werden in 1922 ook herschikt. Achtergevel, met recent toegevoegd overdekt terras, dat de volledige verhoogde begane grond inneemt en aanleunt bij de aanbouw in 1922. De geveltop uit 1900 is net als aan de voorgevel met houten windbord versierd. Ten noorden van de woning, langs de perceelsgrens, een bijgebouw met garage en opslagplaats. Reeds bij de bouw in 1900 stond op die plaats een remise. In 1922 liet Everaert dit gebouw aanpassen: er werd een ruimte achteraan toegevoegd, er werd een zolderverdieping bijgebouw boven het lage tweede gedeelte, toegankelijk met houten trap. De huidige eigenaar zorgde voor een volledige heropbouw met dezelfde materialen, volgens ongeveer dezelfde indeling.

Het interieur is een combinatie van elementen uit de Belle Epoque en het interbellum. Overal bewaard binnenschrijnwerk, gestucte plafonds met rosetten en planken vloeren behalve in de inkomhal waar een art-nouveaugetinte mozaïekvloer werd gelegd. Voordeur oorspronkelijk met hetzelfde glas in lood als het trapvensters, echter deels vernield tijdens de Tweede Wereldoorlog. In trappenhuis, fraaie houten bordestrap. In de enfilade van salon, eetkamer en veranda, parketvloeren met visgraatmotieven en beglaasde schuifdeuren uit 1922. Voorkamer met wit marmeren schouwmantel. Achteraan vernieuwde keuken en bijkeuken, deels in gedeelte uit 1922 en met het oude gedeelte dat in die fase ook een nieuwe indeling kreeg, met een toegang vanuit de inkomhal. De oude hardstenen pompsteen is bewaard, maar wat verschoven van plaats. De Leuvense stoof is een toevoeging van de huidige eigenaar.

  • Stadsarchief Antwerpen, Modern Archief, Bouwdossiers, 802 # 667 (1922).
  • Kadasterarchief Antwerpen, Mutatieschetsen, Antwerpen, Afd. 35 Sectie F, 1898/10, 1900/22, 1922/19.
  • Kadasterarchief Antwerpen, Leggers, Antwerpen, Afd. 35 Sectie F, art. 2136, 3831.
  • MARTENS A.:, Personeelsbeleid in de haven van Antwerpen. Van dokwerker tot erkende havenarbeider: een stand van zaken. Masterproef Universiteit Gent, Faculteit Rechtsgeleerdheid, 2012-13, 21.
  • Mondelinge inlichtingen van eigenaar Briessinck, 2014.

Auteurs:  Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Hooft E. 2014: Villa Louise [online], https://id.erfgoed.net/teksten/156790 (geraadpleegd op ).


Villa Louise ()

Kasteelvormig landhuis zogenaamd 'Villa Louise', in cottagestijl, gebouwd circa 1897, kort na de verkaveling van Sint-Mariaburg in 1896. Grote tuin, met aan de straatzijde omheining, bakstenen pijlers en smeedijzeren inkompoort later toegevoegd. Goed voorbeeld van vrijetijdsarchitectuur, kenmerkend voor Bist.

Bakstenen gevels met banden in zwarte baksteen en gevelopeningen onder ijzeren lateien met bloemmotief. Inspringende inkomtravee van de voorgevel samen met volledige achtergevel onder stijl, doorlopend zadeldak met nok evenwijdig aan de straat, bedekt met leien. Inkomportaal onder klein zadeldak met decoratief gebinte op natuurstenen consoles; waarboven venster onder ijzeren latei en metselbogen. Links van de inkomtravee vierkante traptoren, door middel van natuurstenen consoles op de hoeken ingesnoerd gelijkvloers, bekroond door doorlopend tegelfries onder peervormige ingesnoerde spits, bedekt met leien; met natuurstenen paneel met opschrift in reliëf VILLA LOUISE. Rechts van de inkomtravee een uitspringende venstertravee onder zadeldak met nok loodrecht op de straat, bedekt met leien, met twee dakvensters boven de rechter zijgevel. Houten balkon op houten consoles voor driedubbele vensterdeur. IJzeren latei op houten consoles waarop steunend de uitkragende verdieping onder het dak, met drielicht onder éénzelfde gemetste segmentboog, voorzien van hoekstenen en sluitsteen in natuursteen. Traditioneel houtwerk onder dak (hanenbalk, consoles).

Verbouwingen: achterbouw met slaapkamers toegevoegd op de plaats van het voormalig terras. Uitbreiding van garage en nieuw balkon in voorgevel in 1922; ontwerp van architect Jos de Lange. De inkompoort met ijzerwerk en bakstenen pijlers werden overgebracht van Villa Cora in Kapellen door de huidige eigenaar. Ook de smeedijzeren weerhaan op de torenspits en glazen luifel in de zijgevel werden door hem toegevoegd.

  • Stadsarchief Antwerpen, Modern Archief, bouwdossier 802 667.
  • VANVELDHOVEN S. (projectleidster) 2008: Snelinventarisatie St. Mariaburg Ekeren, Archiefonderzoek Havermans.
  • Mondelinge inlichtingen van eigenaar Briessinck, 2011.

Auteurs:  Cappuyns, Toon
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Cappuyns T. 2012: Villa Louise [online], https://id.erfgoed.net/teksten/142062 (geraadpleegd op ).