erfgoedobject

Parochiekerk Sint-Amands met kerkhof

bouwkundig element
ID
2145
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/2145

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Amands
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd monument Parochiekerk Sint-Amands
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is deel van de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Dorpskom Sint-Amands
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is deel van de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Dorpskom Sint-Amands
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Vrijstaande kerk, aan westzijde slechts door een smalle straat van de aanpalende huizen aan de Kaai gescheiden, aan zuid- en noordzijde omgeven door enkele plantsoenen, Heilig Hartbeeld en monument voor de gesneuvelden van de Eerste en de Tweede Wereldoorlog, opgericht in 1922; tegen de zuidelijke transeptarm, grafmonument met calvarie voor priester P.C. Adriaensens, 1835-1907, enkele grafzerken, kruisen en een deel van de omheining van het voormalige kerkhof; laatstgenoemde werd in 1847 overgebracht naar de Hekkestraat (zie aldaar).

Gebouw in laatgotische, laatrenaissance- en neorenaissancestijl, opklimmend tot de 17de eeuw, uitgebreid in de loop van de 18de en 19de eeuw.

Historiek

De eerste kerk te Sint-Amands was gelegen aan de Kerkhofdries; bij de stichting van de kapelanie, in 1417, bevond ze zich echter reeds op haar huidige plaats aan de oevers van de Schelde. Wellicht circa 1560 vernield en provisioneel herbouwd circa 1610, werd in een visitatieverslag van bisschop Triest van 1625 gewag gemaakt van de herstelling van de kerk en in een notitie van dezelfde bisschop, van 1631, van een goed uitgeruste kerk met nieuw opgerichte toren. In 1661 werd besloten het oude koor af te breken en door een groter te vervangen. Vermoedelijk ingevolge brandstichting in 1666 of 1667, werden eerst voorlopige en in 1681 grondige herstellingswerken uitgevoerd. Het huidige schip moet, blijkens rekeningen van 1671 en 1681 en de voorstelling op een bedevaartvaantje van 1772, van circa 1681 dateren. In 1786 werd de kerk aan de westzijde met één travee verlengd en voorzien van een slanke toren met klokkenhuis en peervormige spits; de bestaande toegangsdeur werd dichtgemetseld (zie sporen in travee naast huidig portaal) en vervangen door twee nieuwe ingangen (noord en zuid). In 1862 kwam een vergroting van de kerk opnieuw ter sprake. De provinciale architect J. Schadde werd met de opdracht belast. Nadat in de nacht van 3 op 4 augustus 1865 de toren door blikseminslag in de as was gelegd, maakte de architect een plan op waarin zowel de herstelling van de toren en een deel van het gewelf, als de vergroting van de kerk werden voorzien. Zijn eerste ontwerp van 22 januari 1866 werd niet weerhouden, een tweede ontwerp, van 15 oktober 1866, werd ontvankelijk verklaard; de openbare aanbesteding had plaats op 8 mei 1867 en in 1868 waren de werken voltooid.

Het oude koor werd afgebroken en vervangen door een transept en een nieuw koor met zijkapellen, sacristie en afhankelijkheden. Om deze uitbreiding te kunnen realiseren werden twee huizen, gelegen achter het koor, onteigend. De toren kreeg een nieuw klokkenhuis, een extra verdieping en een spits. De noordelijke toegang werd gesupprimeerd en het voormalige knekelhuis omgevormd tot doopkapel. De vergroting werd overwegend uitgevoerd in neorenaissancestijl, aansluitend bij de bestaande constructie, waarbij de vormelijke kenmerken van het oude gedeelte, in de mate van mogelijke, consequent werden verdergezet.

Op 14 september 1914 is de toren afgebrand; voorlopige herstellingswerken werden uitgevoerd onder leiding van architect E. Careels, wederopbouw en herstellingswerken in 1922-1924 onder leiding van de gebroeders Wauters. Torenspits afgebrand in 1982, onmiddellijk heropgebouwd onder leiding van architect J. Roosemont en C. Schuermans; restauratiewerken in 1994 gestart onder leiding van dezelfde architecten.

Beschrijving

Georiënteerde pseudo-kruisbasiliek met driebeukig schip van zes traveeën en ingebouwde westtoren (17de en 18de eeuw), recht afgesloten transept van twee traveeën, waarvan één uitstekende, en koor van drie rechte traveeën met halfcirkelvormige apsis, geflankeerd door zijkapellen, sacristie (zuid) en weekkapel (noord); noordzijde met aanleunende doopkapel.

Rode bakstenen muurvlakken contrasterend met hoge sokkel, kordonlijsten, muurbanden, steunberen, pilasters, kroonlijsten, aandaken, schouderstukken en omlijstingen van witte natuursteen; leien bedaking (voornamelijk zadeldaken) met dakkapellen.

Gesloten westgevel met ingebouwde vijfledige toren op vierkant grondplan; de 18de-eeuwse onderbouw bestaat uit dikke, aan drie zijden geopende muren; licht uitspringende voorzijde met amper uitstekende steunberen en ronde uitstulping in het midden, waarin wenteltrap naar het oksaal; bovenste geledingen met belfort en uurwerk, onder opengewerkte 19de-eeuwse topverdieping en ingesnoerde spits. Aansluitende gevels van zijbeuken, transept en koor, geritmeerd door pilasters, alternerend met segmentboogvensters in geriemde omlijsting met neuten, oren, sluitsteen en waterlijst; oculi onder meer in de puntgevels van transept, sacristie en weekkapel; rondbogige galmgaten en torenvensters. In de zuidelijke zijgevel, segmentbogig portaal in geblokte omlijsting met sleutel en waterlijst, van 1787. Sacristie en weekkapel met rechthoekige deur.

Interieur: bepleisterde en licht geschilderde muren; overwelving van het schip, de ruimten naast de toren, het transept en het koor, in laat- en neogotische stijl met kruisribgewelven met sluitsteen, onderling gescheiden door gordelbogen op dubbele consoles, in het koor, gerecupereerd van de oude kerk; schip met rondbogige arcades op zuilen met achtzijdige sokkel en Dorisch kapiteel; transept, zijkapellen en koor met gelijkaardige arcades op halfzuilen en pilasters; vierkante viering met stergewelf op samengestelde pijlers (drie halfzuilen en een vlakke pilaster); apsis, door radiaal geplaatste gordelbogen, verdeeld in drie segmenten.

Bevloering van zwarte marmer van Basècles met decoratieve patronen in witte marmer en banden van blauwe hardsteen.

Doopkapel met monumentale ingangsomlijsting van 1787, aanvankelijk noordelijk buitenportaal, dat in 1937 binnenin de kerk werd geplaatst.

Mobilair: schilderijen op doek uit de 17de en 18de eeuw; kruisweg op doek, 1870; aquarellen door R. De Saegher (1907-1986); Amandianum door E. Hammenecker, 1984; miniatuur door N. Adams, 1986.

Beeldhouwwerk: houten borstbeeld van Sint-Augustinus door Adriaen Neys, 1740; houten kruisbeeld van 1874; gepolychromeerde houten beelden uit de 18de en 19de eeuw; Joodse kandelaar, tabernakel en Byzantijns zegekruis door N. Adams, 1983, 1985 en 1991; paaskandelaar, lezenaar, doopbekken en Brandend Braambos van gebronsd polyester door J. Mees, 1985-1991.

Glasramen: door G. Ladon, 1924-1942; J. Beeck, 1952; M. De Groot, 1975-1976; J. Huet, 1989.

Meubilair: barokke portiekaltaren: hoogaltaar met Christusbeeld onder baldakijn, naar ontwerp van Willem Ignatius Kerrickx, uitgevoerd door de Mechelse beeldsnijders-schrijnwerkers Jan van Elewijt, Pieter Convent en Smeyers, 1715; altaarstuk "Offer van Abraham" door J. Verbelen, 1832; noordelijk zijaltaar toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw, van vóór 1723, met gekleed madonnabeeld met kind; zuidelijk zijaltaar toegewijd aan Sint-Sebastiaan/Sint-Cornelius, 1669.

Koorgestoelte in Lodewijk XV-stijl, vermoedelijk ook door Kerrickx, 1732-1734. Communiebank, circa 1730, heden in drie delen gesplitst, respectievelijk voor de twee zijaltaren en als antependium voor het nieuwe hoofdaltaar. Twee barokke biechtstoelen door Jan Baptist De Vree, 1669, en één door Pieter Collier (schrijnwerker) en Adriaen Neys (beeldhouwer), 1723.

Preekstoel met beeldengroep onder de kuip door F. Wijnants, 1924.20ste-eeuws orgel door Stevens, Duffel, met bazuin blazende engelen en putti door Adriaen Neys, 1729.

Doopvont, rode marmer en messing door P. Merckaert, 1740.

  • Administratie Ruimtelijke Ordening, Monumenten & Landschappen, Bestuur voor Monumenten en Landschappen, Provinciale Directie Antwerpen, dossier Sint-Amanduskerk.
  • GEERTS J., Gids voor de Heilige Amanduskerk te Sint-Amands, Sint-Amands, 1991.
  • HERTSENS Y., Geschiedenis van Sint-Amands, Sint-Amands, 1987, p. 101-137.
  • MEUL V., Jozef Schadde (1818-1894). Provinciaal architect van het arrondissement Mechelen van 1853 tot 1869., Onuitgegeven licentiaatsverhandeling, Leuven, 1992, p. 218-230.

Bron: DE SADELEER S., KENNES H., PLOMTEUX G. & STEYAERT R. 1995: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Mechelen, Kanton Puurs, Klein-Brabant, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 13n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; De Sadeleer, Sibylle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Aanvullende informatie

Kerkhof

Omheind en vergroend restant van het voormalige kerkhof met enkele graftekens.

Historiek

Het kerkhof wordt reeds in archivalische bronnen vermeld in de 15de eeuw. Het vijfhoekige kerkhof omheen de parochiekerk van Sint-Amands staat afgebeeld op de laat-18de-eeuwse Ferrariskaart. Het kerkhof is dan ten zuiden ommuurd en sluit verder aan bij de omgevende bebouwing. De Atlas der Buurtwegen (1840) bevestigt grotendeels de situatie. In 1848 werden de graftekens overgebracht naar de nieuwe gemeentelijke buitenbegraafplaats. De naoorlogse kaarten tonen dat de Oude Kerkstraat omgevormd werd tot een pleintje, wellicht door inname van het gesloten kerkhof. Het hekwerk werd toen verplaatst naar de huidige locatie.

Beschrijving

Ten zuidoosten en noorden van de kerk, omheen het kerkkoor, bleef een restant van het kerkhof bewaard evenals de bakstenen, met pannen afgedekte kerkhofmuur. Langs de Oude Kerkstraat staat een minstens laat-19de-eeuwse gietijzeren hek met funeraire symbolen (zandloper met vleermuisvleugels, een weegschaal, gekruiste zeisen en een olielamp) aan hardstenen, mogelijk laat-18de-eeuwse classicistische pijlers met bekronende globe. Het gietijzeren hek zou een realisatie zijn van de ijzergieter J. Baillon uit Dendermonde. Ter hoogte van het koor is het hek, dat zichtbaar is op een prentkaart uit 1899 verdwenen. Een hek aan gietijzeren hekpijlers geeft aan de noordelijke zijde toegang tot het kerkhof.

Het kerkhof is geruimd op drie graftekens na. Tegen de zuidzijde van de parochiekerk staan twee graftekens. De sobere hardstenen eclectische stèle voor pastoor Van De Velde (+1888) bestaat uit een sokkel, een lichaam met een witmarmeren afbeelding van een kelk met stralenkrans, een tekstplaat in marbriet en een porseleinfoto, het geheel bekroond met een kruis.  De hardstenen stèle voor pastoor Kerckhoven (+1958) doet veel ouder aan dan het grafschrift aangeeft. De graftekst voor de pastoor werd gebeiteld in een granietplaat en vervolgens bevestigd op het grafteken. Vermoedelijk gaat het hier dan ook om het hergebruik van een grafteken en werd de tekstplaat over de oorspronkelijke naam aangebracht. Het neoclassicistische grafteken heeft een sokkel, lichaam en een frontonvormige bekroning met akroteria, de afbeelding van een kelk in een stralenkrans en een bekronend kruis. 

Tegen de oostelijke muur van de zuidelijke transeptarm staat het hardstenen grafteken van pastoor P.C. Adriaensens (+1907). Het grafteken in neobarokstijl bestaat uit een tombe versierd met de grafteksten, putti, schedels en guirlandes van immortellen. De stèle loopt uit op een overluifelde natuurstenen calvarie die mogelijk het werk is van de Antwerpse beeldhouwer Jan Gerrits (1844-1922). Zeker tot 1958 werd de calvarie gevat in een gecementeerde imitiatiegrot. De luifel dateert dus vermoedelijk van na 1958. Het graf en de calvarie vormen een opzettelijke eenheid getuige het grafschrift “Onder/ de schaduwe/ des kruises/ rust ik, en wacht/ de verrijzenis’. Erboven hangt een porseleinfoto van de pastoor. Het grafschrift en foto zijn samen gevat in een cartouche. De andere grafschriften met de biografische gegevens van de pastoor zijn gevat in een draperie die met knoppen is opgehangen aan de tombe.

Ten zuidoosten van de kerk sluit de omheining aan bij een Heilig Hartbeeld, opgesteld op een hardstenen sokkel met verschillende plantvakken. Op de sokkel van het beeld staat het opschrift ‘Heer zegen ons volk’.

Aan de oostzijde van de kerk werden enkele namaak graftekens geplaatst, deze geven een suggestie van het historisch gebruik van de site. Eén van de stenen draag het opschrift “Civis Parochiae Sancti Amandi”. De installatie werd vermoedelijk op privé-initiatief aangebracht.

  • Atlas van de Buurtwegen, opgesteld naar aanleiding van de wet op de buurtwegen van 10 april 1841, schaal 1:2.500 (overzichtsplannen schaal 1:10.000).
  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.
  • LEFEVRE P. 2020: Beheersplan Parochiekerk Sint-Amands (voorlopige versie), Puurs-Sint-Amands.
  • FAMAY (uitgever) 1958: CPA - Sint Amands aan Schelde - Kerkstraat – Nels [online], https://www.delcampe.net (geraadpleegd op 22 juli 2021).
  • Info verstrekt door de Heverstam, Heemkundige Verzamelkring Sint-Amands (7 juli 2021).
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Relaties

  • Is deel van
    Dorpskom Sint-Amands

  • Is deel van
    Oude Kerkstraat


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Amands met kerkhof [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/2145 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.