Samenstel van drie eclectische burgerwoningen gebouwd volgens een bouwaanvraag uit 1907 voor Nelis. De drie woningen hebben elk een voortuin, waarvan het smeedijzeren hekwerk op nummer 57 is bewaard. Elke woning heeft drie traveeën en twee bouwlagen onder een doorlopend leien mansardedak. Het is kenmerkend voor het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw om te bouwen in reeksen van drie woningen, waarbij de centrale woning iets rijker en iets hoger wordt uitgewerkt. Bakstenen lijstgevels met doorlopende banden in rode decoratieve baksteen. Houten kroonlijst met decoratieve consoles. Rechthoekige gevelopeningen met natuurstenen dorpels en lateien. De linkertravee van elke woning bevat de inkom, met dubbele deur en bovenlicht van elkaar gescheiden door natuurstenen regel. Geometrisch schrijnwerk en tralies van de deurvensters bewaard. De centrale travee van de middelste woning springt met smalle, gekoppelde vensters en geometrisch baksteenreliëf uit in het dak. De woningen links en rechts zijn elk voorzien van twee dakvensters. Het plan in het bouwdossier laat zien dat de woningen de klassieke 19de-eeuwse indeling van een rijwoning kennen, met een voorhuis bestaande uit een enfilade van twee kamers geflankeerd door een gang met trappenhuis, waarachter zich het achterhuis bevindt met keuken en pompplaats, waarnaast een (overdekte) koer.